You are here
Description
Het Alde Vrouwenhuys droeg muurankers die naar A° 1665 verwezen. Het werd bewoond door werktuigmaker Eugeen Aerden en was de eigendom van Hubert Colette, later van Willem Van Rey. De witte hardstenen sluitsteen boven de toegangsdeur, die in halfverheven beeldhouwwerk de inscriptie Martinus Deeckens I.H.S. Anno 1664 droeg, werd in de 17de eeuw door Colette aan het stadsmuseum geschonken. De genoemde Martinus en zijn drie zusters Dina, Mechel en Maria stichtten in het vermelde jaar een huys voor eerlycke vrauwkens of geestelyke dochters, dat zijzelf beschreven als ons godshuys in de Raemstraat.
In 1665 woonden er inderdaad acht oude vrouwen en enkele van hun wettige kinderen. Luidens de stichtingsakte, die in het stadsarchief (nvdr: nu Rijksarchief) berust, moesten de jongste vrouwen het huis onderhouden, de ramen lappen en voor het vegen van de schoorstenen zorgen. In het rentenboek van het brouwersambacht wordt deze stichting alde vrouwkenshuys genoemd, of ook die hoeserkens. Op 12 april 1718 deed begijn Maria Goetsbloets een gift, waaruit ieder jaar 10 stuiver of een gulden hessels aan elk van de acht arme vrouwen moest worden gegeven.
Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 319.
Fiche
- 1664: Martinus en zijn drie zusters Dina, Mechel en Maria Deeckens
- 1665: acht vrouwen en hun wettige kinderen
- na 1665: Hubert Colette - verhuurt aan
- (?): Eugeen Aerden, werktuigmaker
- (?): Willem Van Rey
woonhuis
gesloopt