You are here
Description
Van alle Hasseltse kloosters was dat van de augustijnen het oudste en vermaardste. Geschiedschrijver Mantelius, zelf een augustijn, heeft er al van gehoord, zo schrijft hij in 1236.
In Hasselt wordt dan een klooster gebouwd midden in de binnenstad tussen de Kapelstraat, Maagdendries en de Havermarkt. De graven van Loon zorgen voor het geld. De laatste lekengraaf van Loon, Diederik van Heinsberg, overlijdt in 1361. Omdat hij schulden heeft en in de kerkban geslagen is, wil men hem niet, zoals zijn voorgangers, in de abdij van Herkenrode begraven. Hij wordt bijgezet in het koor van de augustijnenkerk.
In de 1567 slaan de beeldenstormers toe. Ze verwoesten kerk en klooster, gewaden, heiligenbeelden, altaren en meubelen.
De augustijnen verzorgen de pestlijders van Hasselt als de ziekte uitbreekt in 1579. Daardoor verdwijnen ze zelf tot de laatste man en plundert het gepeupel het klooster. Jaupen probeert het klooster weer te bevolken en het gebouwencomplex wordt weer in orde gebracht.
Een kopergravure uit 1738 schetst een mooi beeld van het grootse complex. De mooie, grote kerk met barokke gevel werd in 1715 voltooid. Zij was groter en rijker dan de Onze-Lieve-Vrouwkerk. De ingang van het klooster, ook een barok geveltje, dateert uit 1665. Van de gebouwen schiet, buiten het pand aan de Havermarkt 45 met als datum 1684 in de ankers, nog maar weinig over. De kerk werd beginjaren 1960 gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. In de kelder onder de kerk lag en ligt nog steeds een zware grote grafsteen, in blauwe steen, misschien wel het graf van Diederik van Heinsberg. Hij werd bij de bouwwerken niet verplaatst, maar jammer genoeg met een dikke laag cement bedekt.
Fiche
- augustijnen
- 1797: Guillaume Claes
1975 - De augustijnen waren reeds begin XIII in de stad gevestigd; voor 1361 was er een kerk, en ca. 1420 een ziekenhuis; tijdens XVI A, uitbreiding met een O.-pand, dank zij de steun van prins-bisschop Erard van der Marck; stichting van een Latijnse school in XVII; in 1714 onder prior J. Kellens (1686-1721) bouw van een nieuwe kerk aan de Kapelstraat, ter vervanging van de oude, bouwvallige kerk; in 1738 strekte het klooster zich uit van de Kapelstraat tot de Havermarkt, en van de Maagdendries tot het z.g. huis "De Gulden Put"; de gebouwen waren gelegen rondom twee vierkante binnenplaatsen met tuin, en dateerden deels uit eind XVII, deels uit XVIII; in 1797, na de opheffing der orde, verkocht aan G. Claes, na wiens dood het complex verdeeld en opnieuw verkocht werd. Slechts weinig delen bleven tot heden bewaard. Van de kerk bleven enkele resten over, zichtbaar in de achtergevels der Kapelstraat, en moeilijk geïntegreerd in een recent appartementsgebouw. * De sacristie bleef volledig behouden: bakstenen gebouw aanleunend tegen een muur der kerk; twee zichtbare bouwlagen en op elke zijde twee traveeën onder schilddak (kunstleien). Verwerking van mergelsteen voor de banden, de hoekbanden en de geprofileerde kroonlijst Getoogde vensters in een geblokte mergelstenen omlijsting met trapezodale sluitsteen en geprofileerde druiplijst die de boogrug volgt. De begane grond is volledg ingebouwd. * De priorij en bibliotheek, gelegen aan de Havermarkt bleven het best bewaard; (...) (1)