You are here
Description
De familie Nijs ving op 9 juli 1917 vluchtelingen op uit West-Vlaanderen in hun villa (Hoogdorp 17, nu Villa La Bicoque).
Louisa en Maria Pyck kwamen, samen met hun ouders en nog twee zussen aan vanuit Wervik. Ook een andere Wervikse familie, (Pierre-Joseph) Flament – (Sophie-Octave) Clique, verbleef met zeven dochters in de villa. Zoon Henri, die al getrouwd was, kwam een jaar later met zijn vrouw en drie kinderen. De meisjes liepen school in Sint-Lambrechts-Herk en werden bevriend met de zusters Martens en Houben. Melanie Flament werd verliefd op Louis Houben en trouwde met hem in Wervik in 1920 en verbleven er nog korte tijd om te helpen het puin te ruimen. Daarna keerden ze terug naar Sint-Lambrechts-Herk waar ze definitief bleven en vijf kinderen kregen.
In Sint-Lambrechts-Herk waren er 110 vluchtelingen tijdens en vlak na de Eerste Wereldoorlog. Behalve de familie Nijs, verleende ook de familie Schoeps-Ballet onderdak aan vluchtelingen in hun villa (familie Desmedt-Stubbe).
De Duitse bezetter beval alle gemeenten om onderdak en voedsel te geven aan de vele West-Vlaamse families, die ter voorbereiding voor de “Derde slag om Ieper” (31 juli tot 10 november 1917) geëvacueerd werden. Aan beide zijden van de frontlijn werden burgers verplicht hun woning te verlaten. De gastgezinnen kregen tijdens de oorlog geen enkele vergoeding voor de opvang van de vluchtelingen.