You are here
Description
De voorname familie van Willigen voerde als wapen «in zilver een rode keper, vergezeld in de schildvoet van een grasgrond waarop een haas in natuurlijke kleur op zijn leger».
Een der oudstgekende stamvaders (ca. 1640) is Jan van Willigen «kommissaris der convoijen en licencies» op de Maas, gehuwd met N. van Holthuysen en vermoedelijk afkomstig van Rotterdam. Alhoewel zij oorspronkelijk tot de gereformeerde kerk behoorden, waren zij in het land van Ravensteyn de bezielers van de contra-reformatie en onderhielden nauwe betrekkingen met de Palatijnse keurvorst.
Een zijner afstammelingen (nvdr: Jean Jacques Albert, °Ravenstein 1793, +1864) huwde in 1819 met Josephine Briers en was lid van de Rekenkamer. Zijn zoon Eugeen van Willigen (nvdr: 1827-1885) werd burgemeester van Schulen, provinciaal raadslid en senator in 1878 (nvdr: hij trouwde met Adèle Hubertine de Zerezo de Tejada). Deze laatste had twee zonen, Henri en Hubert (nvdr: Schulen 1857-1918), beiden ook burgemeester. Jeanne (nvdr: Brussel 1884-Lummen 1954), dochter van Hubert, huwde met Baron Eugeen de Moffarts (nvdr: Sint-Truiden 1882 - Schulen 1925) en was de laatste van haar geslacht.
Uit: Goole F. & Severijns P., Limburgse families en hun wapen, in: Het Belang van Limburg, 28-02-1970, p. 13.