* Theo Douchar-Koninckx was een handelaar in hout en bouwmaterialen waarvan de burelen en de magazijnen gelegen waren langs de toenmalige Verenigde Statenlaan (de huidige Koningin Astridlaan) nr. 63-65 en aan het Vrijwilligersplein.

* Léon Stynen was een architect voor wie de zuivere vorm een onmisbaar kenmerk is van zijn architectuur. Rede en gevoel speelden een belangrijke rol bij het ontwerpproces. Hij vond dat zijn gebouwen schoonheid moesten uitstralen over hun omgeving. Een woonhuis mag voor een mens geen besloten ruimte zijn, het moet de mens confronteren met het universele bestaan. Deze woning in Hasselt weerspiegelt dat gevoel. Door de goed doordachte lichtinval en ruimtewerking wordt deze woning als het ware opengewerkt naar buiten toe.

* Léon Stynen verwerkt de invloed van Le Corbusier in deze woning. 'Les 5 points d'une architecture nouvelle' die hij voorstelt in 1926 zijn hier aanwezig. Allereerst wordt het gebouw ondersteund door pijlers. Daarbij is er een dakterras aanwezig, de vensters zijn aangebracht in lange banden, de woning is opgevat volgens een optimale lichtinval, ook de planindeling is bestudeerd. Toch is hier nog een zeker classicisme van Stynen in terug te vinden. Een zucht naar het romantische, dat men ook terug kan vinden bij H. P. Berlage, wordt vooral duidelijk in het gebruik van gele en zwarte baksteen. Léon Stynen zoekt hier als het ware naar een compromis tussen de traditie en de functionele architectuur.

* In Wilrijk staat het geklasseerd Elsdonckgebouw van Léon Stynen. De afwerking is identiek aan het Huis Douchar: balustrades, scheepsvensters, ... (4)

* De internationale stijl staat ook wel bekend onder de naam 'functionalisme'. Het belangrijkste kenmerk van het ontwerpproces is de verschillende functies van het gebouw te analyseren. Op basis van deze gegevens gaat men het gebouw oriënteren om licht en lucht optimaal te benutten, wat mogelijk wordt gemaakt door het gebruik van staal, beton en glas. Deze stijl heeft een uitzonderlijk groot aandeel gehad in de architecturale ontwikkelingen van de tweede helft van de twintigste eeuw. Kenmerken zijn, naar analogie van de 'cinq points' van Le Corbusier, de brede vensterstroken, de vrije planindeling, het platte dak en de vaak wit bepleisterde gevel. Betonnen pijlers nemen de draagkracht over van de bakstenen muren. Het uitzicht is uitgesproken rechthoekig en kubusachtig.