You are here

Description

De Kermtenaren weten van oudsher dat de Hasselaren een dikke nek hebben en een neus als een "broembeer". In hun ogen brabbelen ze een onverstaanbaar taaltje, waar de boerkes van Kermt duchtig de draak mee steken: "Hesseliër, gebakke piër, zwikzwak, leueszak, beuve anne boem geplak."

 

In Kermt willen ze weten dat ze van de buiten zijn, simpele boeren en daarmee uit. Dorpsmensen van de puurste soort.

Een dorp wordt omschreven als een landelijke nederzetting. De mensen leefden er van landbouw, sommigen deden aan veeteelt en later vestigden er zich ambachtslui en neringdoeners. De dorpskom ontwikkelde zich langsheen de baan Hasselt-Diest. Het bevolkingsaantal groeide van 630 in 1900 tot 4040 inwoners in 2005.

Het dorp sluimert schilderachtig langs de Demerboorden. Wellicht werd Hendrik Van Veldeke met het linkerbeen geboren in Spalbeek en met het rechterbeen in Kermt. Zijn molen ligt immers pal op de grens van de twee gemeenten.

De Hasselaren menen dat zij alleen de wijsheid in pacht hebben. Zij beroemen er zich op een aantal figuren binnen hun muren te hebben gehad die ze vereerden als Nolleke, Jan den Aap, Lilly Pro-Pro, de Schele Teinus, den Ezel, Fons van de Bessem en andere vrome namen uit de liturgische kalender. Kermt moet het niet hebben van zoveel excentrieke namen en figuren, alhoewel ook een paar zware jongens het dorpsleven bont gekruid hebben.

Neem zo bijvoorbeeld Pie Biscuit. Pie was een onverbeterlijke stroper. Honderden hazen en konijnen wist hij te strikken. Op een morgen kwam hij triomfantelijk in de sacristie aangedraafd met een langoor. Pastoor Cleeren wilde net naar het altaar gaan om er de mis te beginnen. De pastoor vertrouwde evenwel Staaf de koster niet. Die zou er wel eens kunnen vandoor gaan met de buit. Cleeren bond de haas met een koord om zijn middel, onder het lange witte kleed. Toen de misdienaar tijdens de consecratie de kazuifel moest optillen om de pastoor te laten knielen, stak de dode kop van de gestroopte haas onder zijn albe uit. De mensen in de kerk wisten niet wat ze zagen: "Manlief, onze pastoor is aan het bevallen!" Jarenlang heeft Kermt van dit verhaal genoten. Pie heeft nooit meer een haas naar de kerk gebracht en toch bleef de pastoor iedere week zijn langoor krijgen.

Ook alom bekend was Pie van Riek, de man die op zijn hondekarretje gezeten meermaals per dag in volle vaart door het dorp reed.

De Ronne Mente, een gewaardeerd en bekwaam gemeenteraadslid, was anderzijds ook een onverbeterlijke grapjas. Ieder jaar naar aanleiding van de kermis in Kermt-dorp – er was ook nog een kermis op het gehucht Berg – speelde de blinde accordeonist uit Tessenderlo samen met Jef Clabots op het slagwerk in de herberg "Bij Dreeke". Ambiance van de bovenste plank! Toen er een vlotte kermiswals gespeeld werd kwam Ronne Mente onopgemerkt het café binnen met een grote korf aan zijn arm. Met gulle hand strooide hij hele kilo's erwten over de dansvloer. Het duurde dan ook niet lang of de zwaaiende koppeltjes schoven uit en tuimelden hals over kop op de grond. Het mansvolk keek ademloos naar het blote benenwerk van de meisjes.

Verder was er Wiema, het mager bid- en kruidenvrouwtje. Het mensje leefde teruggetrokken boven de poort van Marie van de slachter. Vele dorpelingen waren beducht voor die toverheks, al was ze in feite een arm en braaf vrouwtje.

Wat kende Kermt toen vele eenvoudige en goede mensen. Vital en Louis van den Rooi, Tonus van den Raak, Bèr en Zienke van de smid, Mieke van Trees met haar winkeltje in de Koorstraat, Betje van Staaf en Mong Asnong met zijn kersenboomgaard. Door Vanholst strooide zelfs royaal wat pruimtabak over zijn pannenkoeken. "Da's nondedzjië potsoeker!", zei Door en smulde ze zalig naar binnen. De man van de wet, Rik de Garde, was een uniek iemand: gezagvol, joviaal, gezellig in de omgang, een voorbeeldige huisvader en voorzitter van de fanfare van Kermt. Kortom een veldwachter zoals ons Heer er geen meer maakt.

Om te kunnen dopen waren er uiteraard enkele herbergen nodig. Tegenover de kerk lagen een aantal gezellige dorpscafés die elk hun eigen pittige geschiedenis te vertellen hebben. In "De Trompet", tegelijk herberg en specerijwinkel, geriefde Betje haar klanten tot op hoge ouderdom. In de gelagzaal met een houten vloer kon men genieten van een pint en van de stilte. Hier werd nooit getwist of gevloekt. De verbruiker waande er zich soms in de kerk. Toch was het bier er van het beste dat ooit in Kermt werd getapt.

Bij Bexke was altijd vrolijkheid troef. Uiteraard waren het de pronte dochters van Augustine die het volk over de vloer trokken.

 

"Bij de Smid" werd er gekaart dat de stukken in de geburen vlogen. Tinneke moest er herhaaldelijk het kadertje "God ziet mij, hier vloekt men niet" terug aan de muur hangen, nadat het van pure alteratie op de vloer viel. Jef en Fons van de smid waren stoere bonken. Als ze iemand in de luren konden leggen fonkelden hun oogjes van pret.

Het café van de smid was de enige herberg waar kindjes gedoopt werden. Na de officiële doopplechtigheid in de kerk belandde het gezelschap in het café. Familie en kennissen raakten soms zodanig in vervoering van het edele vocht dat men meer dan eens vergat het borelingske mee naar huis te nemen. Zo werden de kindjes "bij de Smid" voor een tweede keer gedoopt, weliswaar niet met doopwater maar met pure jenever. Jef Copermans componeerde er zelfs een liedje op, dat nu nog bij vele Kermtenaren op de lippen ligt: Den doep te Kermt.

Na de tweede wereldoorlog kon ook Kermt niet ontsnappen aan de greep van de moderne tijd. Meer en meer werd de gemeente afgestemd op de stad en anderzijds kwamen stedelingen zich vestigen in de periferie van Kermt. Nieuwe woonwijken rezen er als paddestoelen uit de grond.

Toen de fusie in 1974 werd opgedrongen drukten de Kermtse dorpspolitiekers de wens uit voor een aansluiting bij Herk-de-Stad. De overheid besliste evenwel dat het Hasselt zou worden.

Dikke nekken? Windhanen? Loop maar eens even binnen in het café Centrum, bij Eusebio of in een van de staminees die Kermt rijk is en leg er uw oor te luisteren.

Kermtenaren zullen altijd Kermtenaren blijven. De meisjes zijn er immers mooier dan de stadsmamzellekes. 

Uit: Kermt & Spalbeek / Warm aanbevolen, pp. 96-101.

Fiche

Datering: 
--

Referenties

Kermt & Spalbeek / Warm aanbevolen (2006)
Titel: 

Kermt & Spalbeek / Warm aanbevolen (2006)

Ondertitel: 
Vroeger en nu
Plaats van uitgave: 
Hasselt
Jaar van uitgave: 
2006

Recent toegevoegd

Rond 1570 was Melchior van Horn brouwer/herbergier in het huis ‘Het Schip’, Maastrichterstraat 9 . Er is...
Auteur: Tom Kenis Geparafraseerde Radio 2-getuigenis van militair William De Wilde en zijn echtgenote...
Auteur: Tom Kenis De familie Trippas verbleef in Belgisch Congo van 1954 tot en met de onafhankelijkheid...
Auteur: Tom Kenis Nikolaas Jan Pieter Geurts werd geboren te Eisden op 13 december 1931. Zijn vader was...
Auteur: Tom Kenis Antoinette Fransen, de moeder van Moelly Henno, werd tijdens Wereldoorlog II...
Zoveel Hasselaren, zoveel linken met Congo. Om de meest uiteenlopende redenen trokken Hasselaren al...
Auteur: Tom Kenis Joseph (°Hasselt 04.07.1926) en Denise (°Hasselt 22.01.1927) leerden elkaar kennen als...
Auteur: Tom Kenis André Billen, geboren in 1927, studeerde economie. Hij slaagde voor het diplomatiek...
Auteur: Tom Kenis De in Hamont geboren Joseph (Jef) Verlaak, thans inwoner van Viversel maar gedurende...
Auteur: Toon Blux Hermanus, Petrus, Joseph Blux is de oudste zoon van Louis Bleux (1) uit Kuringen en...