You are here
Description
Volgens een eeuwenoude plaatselijke traditie zou de kapel van Spalbeek gebouwd zijn op de plaats waar vroeger de Heilige Elizabeth van Spalbeek woonde. Zij was een zienster die onder de geestelijke leiding stond van de Benedictijnse abt van Sint-Truiden. Onmiddellijk na haar dood in 1314-1316, werd ze als heilige vereerd.
Het bouwproces van de kapel duurde enkele eeuwen en kan opgedeeld worden in drie grote delen. Omstreeks 1260 begon men aan de bouw van deze Romaanse kapel. De bouw van het koor in hoefijzervorm en het gebruik van ijzersteen, is een zeldzaamheid in de Nederlanden. Het middendeel in Diestse zandsteen dateert van omstreeks 1320-1350. Het voorste deel van de kapel met het torentje en de ingang, is omstreeks 1610-1650 in rode steen opgetrokken. Ten slotte werd in 1757 een nieuw torentje op de kapel geplaatst.
Opvallend aan deze kapel zijn de prachtige oude muurschilderingen, die wellicht tussen 1350-1390 op koorwanden zijn aangebracht. Eeuwenlang werden deze schilderingen met een dikke kalklaag bedekt. Ze werden in 1870 toevallig ontdekt door priester Casimir Daniëls en in 1953-54 werden ze opgefrist door L. Pringels. Het gaat over twee muurschilderingen die door een centraal regenboogvenster in twee beeldgroepen zijn opgedeeld.
Aan de evangeliekant kunnen we volgende heiligen en scènes identificeren: de Heilige Drievuldigheid en de Heilige Cornelius, herkenbaar aan de hoorn, tiara en staf. De Heilige Hubertus, afgebeeld als bisschop met een jachthoorn in de hand en tenslotte de Heilige Joris, uitgedost als een jonge krijger in maliënkolder en met een goed voorzien wapenuitrusting. Aan de epistelkant bevindt zich een passieverhaal: een treurende madonna houdt haar dode zoon op de schoot, terwijl Johannes beide handen naar hem uitstrekt. Rechts van dit tafereel staan drie heiligen naar elkaar toegewend: de H. Genoveva van Parijs, de H. Bernardus van Clairvaux en de H. Gertrudis van Nijvel. Boven de twee taferelen verschijnen grote ongeïdentificeerde wapenschilden. De figuratieve taferelen zijn onderaan afbewerkt met een brede bloemenboord op een witte achtergrond. De personages zelf tekenen zich af tegen een rode achtergrond met gestileerde bloemmotieven.
De kapel heeft sinds eeuwen dienst gedaan als hulpkerk van de parochie Kermt. Pas in 1846 werd Spalbeek een zelfstandige parochie en de huidige neoromaanse kerk, werd in 1890 in gebruik genomen.
Fiche
devotiekapel
1976 - Kerkje van Spalbeek, nu Kapel van O.-L.-Vrouw-Boodschap. Vlg. de plaatselijke legende zou het ziekbed van de H. Elisabeth van Spalbeek gestaan hebben op de plaats, waar bij verbouwingen tussen 1320-1350 het O.-deel van het schip uit ijzerzandsteen werd opgetrokken; de gestigmatiseerde Elisabeth was een zienster die onder de geestelijke leiding stond der St.-Truidense abt Willem van Rijkel, en onmiddellijk na haar dood in 1314-1316 als een heilige vereerd werd. Eeuwenlang deed de kapel dienst als kapelanij van Kermt; de parochie dateert pas van 1848, de huidige neoromaanse parochiekerk werd in 1890 in gebruik genomen. Merkwaardig zaalkerkje omgeven door het vroegere kerkhof met ten Z.O. de vroegere pastorie. Rechthoekig schip van vijf traveeën en hoefijzervormig koor, onder afgewolfd zadeldak (leien) met zeszijdige W.-dakruiter. Bouwfazen duidelijk zichtbaar in het gebruik der materialen: ijzerzandsteen voor het romaanse koor - vlg. M. Bussels van ca. 1150, vlg. S. Leurs van ca. 1260 - en voor de drie gotische O.-traveeën van het schip, en baksteen voor de twee laat-gotische W.-traveeën en de W.puntgevel van 1610-1650. Gerestaureerd in 1950. W.-puntgevel op sokkel van ijzerzandsteen en baksteen afgelijnd met ijzerzandstenen afschuining; daarboven twee ijzerzandstenen banden. Centrale bakstenen korfboogdeur; in de geveltop rechthoekig venstertje onder houten latei met mijtervormige ontlastingsboog en jaarsteen 1953 (restauratie). In de eerste twee W.-traveeën van het schip, gedrukte spitsboogvensters in afgeschuinde bakstenen omlijsting op de N.en Z.-zijde; afgeschuinde bakstenen kroonlijst. Drie O.-traveeën van het schip gebouwd van ijzerzandsteen op ijzerzandstenen sokkel. Blinde N.-gevel; in de Z.-gevel laat-gotisch venster en gedichte deuropening, verborgen door bakstenen boogvormige nis uit XX; afgeschuinde mergelstenen kroonlijst. Hoefijzervormige absis van ijzerzandsteen op dito sokkel; drie ijzerzandstenen ellipsboogvensters; afgeschuinde kroonlijst. (2)
1976 - Tongewelf met eikehouten gordelbogen en ribben met verguld koordmotief, steunend op geprofileerde sokkeltjes (drakenkop boven het laatste venster van het schip); absis met straalgewelf; twee gotische muurschilderingen tussen het N.- en Z.O.-venster der koorsluiting; l., de tronende Christus en r. mogelijke voorstelling van Elisabeth van Spalbeek. Uiteenlopende dateringen: vlg. G. Geenen van 1350-1390, doch volgens M. Buyle stilistisch eerder laat-XV; classicistisch altaar van 1779, na restauratie door ijzerzandstenen tafel vervangen. (2) 17de-eeuws Sint-Rochusbeeld
2015 - Auteur: A. Bergmans. Muurschilderingen. Muurvlak van de apsis onderverdeeld in drie registers: bovenaan vegetale motieven (hoogte 55 cm); in het middenregister zijn figuren voorgesteld tegen een rode achtergrond waarop gestileerde bloemen met sjabloon zijn aangebracht; onderaan rankwerk met bloemen (hoogte 84 cm); tweede helft 14de eeuw. De voorgestelde figuren zijn niet eenduidig te herkennen. De identificatie wordt bemoeilijkt door de restauraties in de 20ste eeuw. Ontbrekende delen werden toen opnieuw ingeschilderd. De huidige toestand wijkt af van de tekeningen door Camille Tulpinck circa 1900. Aan weerszijden van het oostelijk apsisvenster tegen een rode achtergrond, bezaaid met bloemmotieven, bevindt zich een reeks heiligen (elk paneel 190 x 262). Links van het venster, van links naar rechts: Genadestoel; Heilige Cornelius als paus met tiara, staf en hoorn; Heilige Hubertus als bisschop met jachthoorn; een ridder-heilige in maliënkolder (Quirinus van Neus?) met zwaard, schild en speer. Over Cornelius heen is onderaan een wijdingskruis geschilderd. Rechts van het venster van links naar rechts: Piëta met Moeder Gods neergezeten op een heuvel waarop kruisen zijn opgericht en die bezaaid is met beenderen. In haar schoot rust haar overleden Zoon. Naast haar staat de Heilige Johannes en op de achtergrond zijn verschillende passiewerktuigen geschilderd: de ladder, de rietstengel met spons, de geselroede, zilverlingen en een witte tuniek. Over Johannes heen is onderaan opnieuw een wijdingskruis geschilderd, rechts van Johannes vervolgens de Heilige Genoveva van Parijs (?) met engel die de kaars aanmaakt en de duivel die haar uitblaast; Heilige Bernardus van Clairveaux als abt met staf en boek; Heilige Gertrudis van Nijvel als abdis met boek en staf waarop een muis kruipt. Links en rechts van het oostelijk apsisvenster een groot wapenschild (later aangebracht). Ontdekt in 1870 door pastoor Casimir Daniëls. Restauratie met verregaande interpretaties en overschilderingen door Léon Pringels in 1954 en in 1961. Restauratie in 2005-2006 door Karin Keutgens. (3)
- 1950 & 1953: restauratie (3)
- 2005-2006: restauratie door Karin Keutgens (3)
- betreedbare kapel
- open bebouwing
- perceelgrootte: 660 m2