You are here
Description
Het eerste begijnhof van de stad Hasselt was gelegen buiten de stadsmuren, achter het huidige Virga Jessecollege. In 1567 werd het verwoest en in brand gestoken. De begijnen begonnen daarom aan de bouw van een nieuw begijnhof, op de rechteroever van de Nieuwe Demer.
Tussen 1707 en 1780 werd op de linkeroever het huidige begijnhof gebouwd. De twee locaties waren oorspronkelijk met een brug aan elkaar verbonden.
Alle huisjes van het Hasselts begijnhof lagen centraal rond een plein. Oorspronkelijk was het begijnhof groter dan nu. Maar een groot deel werd vernield door een bombardement tijdens de Tweede Wereldoorlog. Van de kerk die er stond, blijft enkel een afgebrokkelde muur over. Het begijnhof heeft nu een L-vorm. De huisjes zijn in Maaslandse renaissancestijl opgetrokken en voornamelijk gebouwd uit kalksteen.
De provincie Limburg is sinds 1938 eigenaar van het begijnhof. De provinciale bibliotheek was hierin gevestigd. Vandaag bieden enkele begijnhuizen onderdak aan Z33, het vroegere Provinciaal Centrum voor Beeldende Kunst. Z33 focust op media, vormgeving en beeldende kunsten via verschillende projecten als tentoonstellingen, multimediaevenementen en muziekprogramma's. De naam Z33 verwijst naar het adres Zuivelmarkt 33.
Fiche
- 1798: begijn A. Brouwers
- 1840: bisdom Luik
- 1850 of 1880: Armenbureel Hasselt
- 1899: broeders van Liefde Gent
- 1938-nu: provinciebestuur Limburg
begijnhof
- 1946-1979: Provinciale Bibliotheek
- Provinciaal Museum
- Provinciaal Centrum voor Beeldende Kunst
- kunstencentrum Huis van actuele kunst Z33
1975 - Het eerste begijnhof, reeds vermeld in 1245, en buiten de stadsmuren gelegen in de nabijheid van de z.g. "Begijnenpoel" en de "Planckenweide", werd in 1567 verwoest. In 1571 werd een nieuw begijnhof opgericht, ditmaal binnen de stadsmuren, op de r.oever van de Nieuwe Demer. Tussen 1707 en 1780 werd op de l.oever het huidige begijnhof gebouwd; het oude begijnhof bleef nog een tijdlang in gebruik, en was door een brug met het nieuwe gedeelte verbonden. Op het pleintje, afgebakend door de vleugels van het nieuwe begijnhof werd in 1753-1754 de begijnhofkerk opgetrokken, gewijd aan St.-Catharina, een bakstenen zaalkerk in classicistische stijl, verwoest in 1944. In 1780 toevoeging van het poortgebouw. In 1938 werd het complex door de Provincie aangekocht en in 1946 ingericht als Provinciale Bibliotheek. In 1959 bouw van de, door zijn grootschaligheid storende, W.-vleugel (tentoonstellingsruimten). Het begijnhof, in zijn huidige vorm, bestaat uit een L-vormige huizenreeks, gelegen rondom een pleintje, thans ingericht als tuin, waarin de ruïnes van de voormalige begijnhofkerk bewaard bleven. Het geheel wordt ten N. begrensd door de Wittenonnenstraat, ten Z.O. door de Badderijstraat, en ten Z. door de Zuivelmarkt. Hier bevindt zich het poortgebouw dat via een gekasseide weg toegang verleent tot het hof (Fig. XXVIII). Classicistisch poortgebouw (1). Bakstenen constructie van twee bouwlagen onder schilddak (n // straat, Vlaamse pannen), met vrijwel blinde straatgevel, afgezet met een kalkstenen hoekband aan de r.zijde; in het midden der gevel, monumentale rondboogpoort, ingeschreven in een rechth., geblokte omlijsting van kalksteen met boven de druiplijst een driehoekig kalkstenen fronton met oculus; geprofileerde booglijst met imposten en volutevormige sluitsteen; aan weerszij van de poort, twee flankerende venstertjes met luik, in een kalkstenen omlijsting met sponning. De N.-gevel telt tien traveeën, en is volledig opengewerkt d.m.v. rechthoekige vensters in een vlakke kalkstenen omlijsting met licht uitspringende druiplijst; risaliet in de twee middentraveeën, bekroond door een driehoekig fronton met een oculus in een uitspringende baksteenomlijsting geflankeerd door twee gevelstenen met het jaartal A° / 1780. In het risaliet bevindt zich de rondboogpoort in een rechthoekige geblokte omlijsting van kalksteen met bekronende, geprofileerde druiplijst. De O.-zijgevel telt vier rechth. kalkstenen vensters, waarvan de twee bovenste gedicht. De N.-vleugel (2) omvat het oudste gedeelte der woningen, opgetrokken tussen 1707 en 1711 in Maasstijl, i.o.v. Anne Margareta van Hilst (+1763). Zij zijn voorzien van een tuintje, door een doorlopende muur van het plein afgesloten; rechth., kalkstenen poortjes leiden naar de huisdeuren. Acht gelijkaardige breedhuizen van twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Bakstenen gebouwen met sterk horizontaliserende gevelgeleding d.m.v. de kalkstenen banden die de lateien en onderdorpels der vensters verbinden. Kalkstenen muuropeningen: eenvoudige en drieledige kruiskozijnen, kloosterkozijnen, en rechthoekige deuren op neuten met gestrekte kalkstenen tussendorpel. De aaneengesloten, vrijwel blinde achtergevels, voorzien van gesmeed ijzeren munrankers en enkele houten kozijnen, fungeren als omheiningsmuur voor het hof. Een tweede reeks huizen (3), qua opvatting sterk gelijkend op de oudere reeks, doch in de details licht verschillend, is opgetrokken in drie campagnes. De eerste twee, l., gebouwd tussen 1717 en 1723, zijn voorzien van kalkstenen kloosterkozijnen met doorlopende onderdorpels, en rechthoekige kalkstenen deuren met gestrekte tussendorpel. De laatste twee huizen, resp. van 1736 en 1762, missen het horizontaliserende element; eenvoudige kalkstenen kruiskozijnen en kalkstenen deuren met een bolkozijn als bovenlicht. Het systeem van voortuintjes met muur en kalkstenen poortjes werd hier doorgezet. De achtergevels zijn zoals die der N.-huizenreeks. (2)
- 1780: toevoeging van poortgebouw
- 1938: restauratiewerken
- 1945: restauratiewerken
- 1958-1959: bouw vleugel links van poortgebouw door architect G. Daniëls (tentoonstellingsruimten)
- 1992-1993: restauratiewerken zolders en daken
- 1994-1995: restauratiewerken gevels
- L-vorm
- perceelgrootte (incl. Martelarenlaan 17): 12745 m2