You are here
Description
Het Gravenhuis was een indrukwekkend en stevig gebouw uit de 15de eeuw. In de linkergevel bevond zich de uitgang, met daarnaast een zijgebouw dat tot achter De Blauwe Steen en Het Blauw Schaep kwam.
Op 12 juni 1521 overnachtte in dit herenhuis de pauselijke legaat, die keizer Karel V, op doorreis in Hasselt bij zijn terugkeer uit Duitsland, vergezelde.
Een grote tuin strekte zich langs de stadswallen uit en reikte tot bij De Beek, tegenover de westelijke uitloper van het Inghelandt. In noordelijke richting was er langs De Valck aan de Maastrichterstraat nog een uitgang. Daarlangs kon het personeel van dit vermaarde gasthof op 21 april 1536 het tafelgerief van de Geloes en de gerechten die in het Gravenhuis waren bereid, ongehinderd en ongemerkt naar De Valck brengen. Op die dag werd nl. op stadskosten een groot feestmaal aangeboden aan prins-bisschop Erard van der Marck in zijn hoedanigheid van graaf van Loon. Jonkheer Gerit Van Cortenbach-Typots was er op dat ogenblik de waard, terwijl stadthelder (luitenant der lenen van het graafschap) Steven de Geloes, vriend en aanverwant van de gasthofheer, het Gravenhuis bewoonde. (...)
De precieze benaming van het herenhuis aan de Nieuwstraat in de 14de eeuw en vroeger blijft verborgen in de nevels van het verleden. Waarschijnlijk droeg de woning geen naam; in de gichtregisters wordt het althans niet onder een bepaalde huisnaam vermeld. Wel wordt een zekere Jan Putters in de eerstig veertig jaar van de 15de eeuw als de eigenaar aangewezen. Ook bestaat er een akte van vrijstelling ten voordele van het Gravenhuis van alle accysen, gabellen ende ongeld deser stadt aen den selven joncker Steven de Geloes en wettige kinderen ende naekoemelingen wonend in het huis der Nieuwstraet van wijlen Jan Putters nu Steven toehoerend (eerste ordonnantieboek, d.d. 28 juni 1539). De naam Gravenhuys dateert slechts van het midden der 18de eeuw, d.w.z. nadat de familie in 1745 in de grafelijke stand was verheven. (...)
Prins-bisschop Erard van der Marck, die door de Hasselaren zo vaak op een goede dis werd vergast, dineerde een laatste maal op 21 april 1536 in het Gravenhuys; de gerechten werden voor het merendeel in Den Valck aan de Trichterstraat bereid: ganzen, duiven, een roerdomp (roemeldoes), geitenbokjes, een pauw door de heer van Mombeeck geschonken en 76 kannen vreemde wijn. Twee jaar later, op 16 februari 1538, stierf Erard van der Marck ten gevolge van een indigestie van het eten van oesters bij zijn avondmaal. Deze versie wordt tegengesproken door een schrijven van Maria van Hongarije aan Philips de Croy, waarin wordt vermeld dat hij op 23 januari ernstig ziek was. Op 14 oktober 1565 nam prins-bisschop Gerard van Groesbeek het middagmaal in de woning van Steven de Geloes. (...)
Tot in het vierde decennium van de 16de eeuw behoorde het Gravenhuys toe aan Jan Putters, die er stierf. De kinderen van Jan Putters, te weten: Peter Putters, Aert Gilkens-Putters, Aert Abraems-Putters, Rener Lantmeters-Putters, het kind van Mewis Putters en Abraham van Intbroeck-Putters, lieten op 22 november 1536 de woning over aan Wouter Bruyninx, die ze op 12 oktober 1537 overdroeg aan joncker Steven Geloese. In 1546 legde die met 48 gulden brabants een rente van 10 pont hessels af aan Gherit van Elsrack, Gherit Stoeps en Peter Portmans, die optraden namens de Broederschap van de O.-L.-Vrouwekapel te Hasselt. Deze renteaflossing, zegt gichtregister 230, folio 255, geschiedde doer cracht keyserlicker privilegiën.
Op 28 juli 1784 verkocht graaf de Geloes, baron d'Oost en heer van Eysden, het Gravenhuys aan Willem Royers (nvdr: echtgenoot van Catharina-Margareta van der Straeten) met vyvers, spoelingen, reservoirs, kuylen, groesen, bempden, landtiens op de Trichterheyde voor de kapitale som van 26 000 gulden. Het jaar daarna bouwde Royers op eigen kosten een scheidingsmuur tussen zijn tuin en de erachter en ernaast gelegen tuinen van Arnold Smeets, Jan Geffens, Leonard Bellefroid, Jan Houben, de weduwen van Guilliam Kindermans en Lambert Pottie, en oud-burgemeester Joês Greven.
Frans Teuwens-Cox, jeneverstoker op Henegauw en verwant met jonker Norbert Smits van Eckart, werd de eigenaar van het Gravenhuys in het tweede kwart van de 19de eeuw. Het goed, dat toen nog in zijn geheel werd bewaard, had een kadastrale grootte van 88 a en 35 ca. In die tijd was de tuin langs de stadswallen nog met meekrap beplant; in 1836 was de kweek hiervan vrijwel stopgezet. Dat deel van de tuin werd door Teuwens verkocht om de bouw van de rijkswachtkazerne mogelijk te maken.
In 1840 openden de Dames van de Christelijke Lering (9) er een Franstalige kostschool en twee lagere scholen; later verhuisden zij naar de Havermarkt en vestigden zich tegenover de Limburgse Kredietbank. Het Gravenhuys werd dan betrokken door de Banque Limbourgeoise van Jan Ouwerx en Caluwaerts en daarna door directeur van de belastingen Jopinet. Daarna woonden er de militaire bevelhebber van de provincie, generaal Berden, en vervolgens douairière Smits van Eckart. In 1892 kocht August Duvivier-Maris (nvdr: schoonvader van drukker Jules Ceysens) de woning. Na hem kwam het huis in het bezit van zijn zoon Gerard, die er de wijnhandel van zijn vader voortzette. Notaris S. Hage Goetsbloets was de laatste eigenaar; hij verhuurde het huis aan meubelhandelaar Hoydonck.
Uit: Hasselt intra muros (1989), pp. 134-136.
(9) In een Franstalige schoolprospectus noemden zij zich Les Dames de l'Instruction chrétienne; rue Neuve, Section de Liège, n° 56. Zij vestigden zich vanuit een Gents moederhuis in de stad. Hun onderwijs kende weinig bijval in Hasselt en zij verlieten de stad in 1867.
Fiche
- tot 1931: familie Duvivier (o.m. Paul Duvivier) (2)
woonhuis
woonhuis / handelshuis
gesloopt (1961); op die plaats werd het grootwarenhuis Innovation gebouwd
- na 1784: Willem Royers kocht het aanpalende huis Het Schildt van Diest en voegde het bij het Gravenhuis. Hij sierde het met een gevelfronton. Deze veranderingen bleven duidelijk zichtbaar, o.m. aan de zuidkant, waar het Gravenhuis een verdieping minder telde. Alhoewel het geheel in eenzelfde bouwstijl werd verwerkt, kon men o.m. in de raamomlijstingen nog enig verschil bemerken.
- gesloten bebouwing
- perceelgrootte: 1420 m2 (3)