You are here

Description

Wapen: in zilver twee schuingekruiste afgewende bijlen van goud, beladen met een derde naar rechts gerichte bijl van sabel; over alles heen een roos van keel, geknopt van goud.

In 1559 huurde meester-timmerman Joris Joris van de stad de herberg 'het Sweert' op de Grote Markt, samen met de bijgebouwen in de Kapelstraat. Hij betaalde zijn huur met leveringen van hout voor de herstelling van de kerktoren. Blijkbaar stond hij ook achter de toog vermits hij aangesloten was bij het brouwersambacht. Hij was ongeveer 40 jaar oud in 1567 en lid van de Kolveniersgilde. De hoge belastingsbijdrage die hem in 1565 en 1569 opgelegd werd, getuigt van zijn materiële welstand.

Hendrik Joris, zoon van Joris, werd eveneens meester-timmerman. Vanaf 1580 huurde hij enkel de stal en de schuur achter 'het Sweert'. Van zijn zonen, Peter en Hendrik, stammen twee takken af.

Peter Joris, de stamvader van de eerste tak, werd benoemd tot bouwmeester van Hasselt in 1623, nadat hij in 1619 raadslid was. Hij was ook eigenaar-uitbater van de herberg met gasthof 'de Crans' in de Kapelstraat. Uit zijn huwelijk met Sarah de Vos werd o.m. een dochter Maria geboren, die in 1620 in de echt trad met Godfried Cox, bouwmeester, schepen van Kuringen. Het dubbelportret van dit echtpaar, in 1636 geschilderd, bleef bewaard. Het echtpaar Joris-de Vos had tevens twee zonen, Hendrik en Filip.

Hendrik Joris, zoon van Peter, trouwde in 1628 met Christina Houwen. Hun kinderen hebben nogal wat tegenslag gehad in hun bestaan. Hun oudste dochter Sarah, geboren in 1629, werd in 1647 de echtgenote van Jan Thoelen. In 1668 werd zij voor de Hasseltse schepenbank vervolgd wegens ontucht begaan met Jan Moens. Drie jaar later werd zij afgeranseld door Maarten Jacobs, die hiervoor ter verantwoording geroepen werd voor de Schepenen. Een andere dochter, Christina Joris, was in 1666 getrouwd met zilversmid Arnold Goetsbloets, die verschillende malen door misnoegd cliënteel voor de schepenbank gedaagd werd en die uiteindelijk achter de tralies geraakte wegens diefstal en valsmunterij.

De oudste zoon van Hendrik Joris en Christina Houwen, die bij de doop in 1633 de voornaam Peter kreeg, doorliep een militaire carrière die hij met de graad van kapitein beëindigde. Als schatheffer van de bieraccijns in Hasselt pleegde hij in 1681 bedrog bij het innen; hiervoor werd hij vervolgd voor de plaatselijke schepenbank. Kapitein Peter Joris was in 1660 getrouwd met Maria Lemmens. Hun zoon Mathijs, geboren in 1661, had afstammelingen tot ver in de 18de eeuw. Kapitein Joris hertrouwde in 1682 met Maria Vannes, die hem vijf dochters schonk. Nog een andere zoon van Hendrik Joris en Christina Houwen, had het aan de stok met het gerecht. Hendrik, gedoopt op 11 februari 1638, was notaris in Hasselt; zijn protocol beslaat de jaren 1657 tot 1686. In 1675 werd hij aangeklaagd wegens valsheid in geschrifte. Hendrik Joris was in 1670 getrouwd met Clara Janssen. Hij overleed op 15 juni 1687.

Filip, de tweede zoon van bouwmeester Peter Joris en Sarah de Vos, trouwde met Helena van der Ryst, gedoopt in Hasselt op 26 augustus 1613 als dochter van zangmeester Herman en van Isabella Vuskens. Peter overleed reeds op 29 oktober 1635 en werd in de Sint-Quintinuskerk begraven. Zijn zoon Herman, gedoopt op 2 april 1632, werd de echtgenoot van Margareta Eyben, zuster van de beurzenstichter Arnold Eyben. Dit echtpaar woonde in 'het Sweert' op de Grote Markt. Hun huwelijk werd gezegend met vijf kinderen waarvan enkel Filip, pastoor van Waltwilder (nvdr: hij verkocht in 1713 het huis 'de Turck' in de Kapelstraat), en Catharina, echtgenote van Andreas Holtman, secretaris van Munsterbilzen, de volwassen leeftijd bereikten. Herman Joris, die in 1667 het bouwmeesterambt bekleed had, overleed op 5 februari 1669. Zijn weduwe hertrouwde met Peter Roelants.

Hendrik Joris, de stamvader van de tweede tak, was in 1603 getrouwd met Maria Munters. Hun zoon Gerard, geboren in 1613, oefende het beroep van beenhouwer uit. Hij trad in het huwelijk met Maria Gauwaerts alias Bogaerts. Gerard overleed in Hasselt op 27 juli 1679. In 1654 werd hun zevenjarig dochtertje Gertrudis, dat lam en doof was, miraculeus genezen nadat de moeder op bedevaart geweest was naar Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos. Uit dankbaarheid voor de genezing en om hun belofte na te komen, schonk het echtpaar aan het Mariaoord een votiefschilderij waarop Gertrudis ten voeten uit geportretteerd is; hun alliantiewapen werd in de linkerbenedenhoek afgebeeld. Gertrudis leefde nog lang want in 1703 trad zij nog op als meter bij de doop van naar neef Robert-Hendrik. Een andere dochter van het echtpaar Joris-Gauwaerts, Maria, werd de echtgenote van Jacob van Hinnisdael. Hun zoon Hendrik, gedoopt op 29 maart 1638, werd omstreeks 1685 benoemd tot pastoor van het begijnhof van Hasselt; hij overleed op 3 februari 1704. Een andere zoon Gerard werd geneesheer.

Deze Gerard Joris, gedoopt op 1 juli 1655, werd in 1677 ingeschreven aan de universiteit van Leuven, waar hij zijn diploma van licentiaat in de geneeskunde behaalde. Het Hasselts stadsbestuur stelde hem aan tot stadsdokter. Hij trouwde op 17 juli 1700 met Jacobina de Gellick, dochter van Robert en van Elisabeth van Weert. Het echtpaar ging wonen in 'de Pasteye' in de Maastrichterstraat, geboortehuis van de bruid. Dokter Joris overleed in 1708. Een jaar later hertrouwde zijn weduwe met schepen Hendrik-Frans van Henis.

Uit het huwelijk Joris-de Gellick werden vier kinderen geboren. De oudste dochter Maria-Christina, geboren in 1701, trad in in het Hasseltse begijnhof, waar zij in 1758 aangesteld werd tot medemeesteres. Zij overleed in 1771. Haar zuster Maria-Elisabeth, geboren in 1705, had haar in het begijnhof vervoegd en overleed er in 1754. De derde dochter Clara, zette de stap naar het begijnhof niet, maar zocht toevlucht bij haar zusters waar zij in 1748 overleed. De enige zoon, Robert-Hendrik, geboren in 1703, werd priester gewijd en benoemd tot pastoor van As en daarna van Neer. Zijn collega's verkozen hem tot landdeken van Maaseik. Deken Joris overleed op 17 mei 1783, een grafsteen ter zijner nagedachtenis werd geplaatst in de kerk van Neer. Zijn erfenis kwam toe aan zijn halfbroer Hendrik van Henis en aan zijn halfzuster Jacobina van Henis. (JJvO-WC)

Uit: Oog in Oog (2003), pp. 219-222.

Fiche

Naam: 
Familie Joris
Benaderende periode van: 
16de eeuw
Benaderende periode tot: 
18de eeuw

Referenties

p. 48 Bovenstaand wapen toont ons " i n zilver drie gekruiste bijlen waarvan twee rechts en één links...
Limburgse families en hun wapen (1973)
Titel: 

Limburgse families en hun wapen (1973)

Ondertitel: 
Deel 1
Plaats van uitgave: 
Hasselt
Jaar van uitgave: 
1973
Oog in Oog (2003)
Titel: 

Oog in Oog (2003)

Ondertitel: 
Hasseltse familieportretten en -objecten uit de 17de en 18de eeuw (tentoonstellingscatalogus)
Plaats van uitgave: 
Hasselt
Jaar van uitgave: 
2003
Cover: 
Downloads

Stamboom JORIS - uit: Oog in Oog, p. 220

PDF icon Download (7.21 KB)

Recent toegevoegd

Rond 1570 was Melchior van Horn brouwer/herbergier in het huis ‘Het Schip’, Maastrichterstraat 9 . Er is...
Auteur: Tom Kenis Geparafraseerde Radio 2-getuigenis van militair William De Wilde en zijn echtgenote...
Auteur: Tom Kenis De familie Trippas verbleef in Belgisch Congo van 1954 tot en met de onafhankelijkheid...
Auteur: Tom Kenis Nikolaas Jan Pieter Geurts werd geboren te Eisden op 13 december 1931. Zijn vader was...
Auteur: Tom Kenis Antoinette Fransen, de moeder van Moelly Henno, werd tijdens Wereldoorlog II...
Zoveel Hasselaren, zoveel linken met Congo. Om de meest uiteenlopende redenen trokken Hasselaren al...
Auteur: Tom Kenis Joseph (°Hasselt 04.07.1926) en Denise (°Hasselt 22.01.1927) leerden elkaar kennen als...
Auteur: Tom Kenis André Billen, geboren in 1927, studeerde economie. Hij slaagde voor het diplomatiek...
Auteur: Tom Kenis De in Hamont geboren Joseph (Jef) Verlaak, thans inwoner van Viversel maar gedurende...
Auteur: Toon Blux Hermanus, Petrus, Joseph Blux is de oudste zoon van Louis Bleux (1) uit Kuringen en...