Op 19 december 1630, na de dood van zijn echtgenote, verkocht Emmanuel de Salm-Rougrave de heerlijkheid Stevoort aan Baron Pierre Ernest de Groote. Deze laatste was luitenant-kolonel in dienst van het keizerrijk en sneuvelde op 1 mei 1631 bij het beleg van Maagdenburg. Zijn broer, Adrien de Groote, ontvanger-generaal van het land van Valkenburg, verhief toen op 31 maart 1633 de heerlijkheid Stevoort. Uit zijn huwelijk met Maria van Schwartzenbergh had hij zeven kinderen, waarvan de vier meisjes allen in het klooster traden. Zo werd Maria kanunnikes te Herckenrode, Joanna de 23ste abdis van Orienten te Rummen en Regina en Theresia zusters van St.-George. Op 9 juni 1701 verkocht Guillaume Pierre Ernest de Groote de heerlijkheid Stevoort aan Nicolas de Libotton.

De familie de Groote is afkomstig uit Vlaanderen en verkreeg bij patentbrieven van 29-11-1613 de titel van baron, die in België slechts op 1-11-1903 werd erkend.

Als wapen voerden zij oorspronkelijk: “gevierendeeld: I en IV in blauw een gouden dwarsbalk beladen met een rode roos, vergezeld boven van drie gouden belletjes en onder van een zilveren vogel. II en III in goud een zwarte leeuw”.

Uit: Goole F. & Severijns P., Limburgse families en hun wapen, in: Het Belang van Limburg, 09-12-1972, p. 27.