You are here
Description
Dit huis behoorde in het begin van de 17de eeuw toe aan Aert Goetsbloets. Tijdens de 18de eeuw was het in twee woningen verdeeld, die samen met De Kleyne Munthamel werden afgebroken (nvdr: omstreeks 1885). De eerste woning werd betrokken door barbier en kleermaker Ferdinand Geerts, afstammeling van een van de vrijheidsstrijders van de slag in de Planckewei; in de andere woonde stadsbeambte Leo Gielkens, wiens zoon en dochter aan de Guffenslaan woonden.
Op de plaats van de drie afgebroken woningen verrees het prachtige 'hôtel' van wijlen ridder Adriaan de Corswarem-de Decker, die aldaar overleed.
Vervolgens werd advocaat Sylvaan Hechtermans de eigenaar van De Groote Munthamel en van het volgende huis. Hij verhuurde de woning aan Berger-Stassens, majoor van de artillerie, en aan Victor Castaigne, gewestelijk inspecteur van de grondbelastingen. Tijdens de eerste wereldoorlog was er de mess van de Duitse officieren in ondergebracht; na de brand van het gerechtshof (november 1918) zetelde er de rechtbank van eerste aanleg.
Het oude huis van ridder Willem de Corswarem-Wauters, dat ernaast lag, werd in de eerste decennia van de 20ste eeuw gehuurd door de leraar Jos Robben-Verjans. Hier stierf op 24 mei 1884 ridder Willem-Jozef, vader van Adriaan de Corswarem. (...)
Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 115.
Fiche
- begin 17de eeuw: Arnold Goetsbloets
- einde 19de eeuw: Ferdinand Geerts (barbier en kleermaker), Leo Gielkens (stadsbediende)
gesloopt voor bouw Huis de Corswarem
- tijdens 18de eeuw: in twee woningen verdeeld