You are here
Description
Auteurs: Sofie Houben, Marc Willems
De paardenstallen binnen het abdijhoevecomplex van Herkenrode werden gebouwd in de tweede helft van de 17de eeuw, een periode waarin de abdij moest bekomen van de woelige jaren van de Tachtigjarige oorlog (1568-1648). De abdij floreerde vanaf 1653 wederom onder het bewind van abdis Anna Catharina de Lamboy. Een heropleving die zich onder meer uitte in een grote bouwcampagne. Voor een goed beheer liet ze alle eigendommen van de abdij in kaart brengen door landmeter Peter Meysman uit Lebbeke. Zijn opmetingsplan is de oudste iconografische bron voor de paardenstallen.
De paardenstallen sloten niet aan bij de U-vormige abdijhoeve en het neerhof maar stonden tussen de hoeve en de eigenlijke abdijgebouwen. Ze lagen langs de weg die leidde van het poortgebouw naar de residentie van de abdis. Samen met de kloostermuur sloten de paardenstallen het zuidelijke deel van het hoevecomplex af. De oostelijke gevel van de stallen werd tegen een oude scheidingsmuur van het klooster gebouwd, die van de stal richting de kerk liep. De paardenstallen waren via de weg ook verbonden met de abdijhoeve, het knechtenhuis, de pachterwoning, de stallingen en de tiendschuur.
De ligging van de paardenstallen was goed ingepland. Nadat de bezoeker doorheen het poortgebouw was gepasseerd, kon hij een mooie dreef nemen om via een monumentale poort in de scheidingsmuur het domein van de abdis en de dames te betreden. De paardenstallen werden gebruikt als onderdak voor de paarden van de abdis, de dames en hun bezoekers. De koetsen werden geparkeerd in de koetshuizen aan de abdijhoeve. Het is moeilijk te achterhalen of in de paardenstallen een woongelegenheid was voor eventuele paardenknechten. Vermoedelijk verbleven ze zoals de andere werklieden in het gebouw voorzien voor ambachtslui op de ambachtelijke zone tussen de brouwerij en het vissers- en huidevettersgebouw. Het is ook mogelijk dat de knechten op een kleine slaapstede sliepen, dichtbij de paarden.
Opvallend is dat de paardenstallen ondanks hun functie toch relatief rijkelijk was uitgevoerd. De stallen bestonden oorspronkelijk uit één gebouw van één bouwlaag en negen traveeën onder een gebogen zadeldak. De buitenmuren werden opgeluisterd met S-vormige ankers en de zijgevels met aandaken, vlechtingen, top- en schouderstukken. Baksteen en natuursteen (mergel- en kalksteen) waren de voornaamste bouwmaterialen. De wanden waren zowel aan de buiten- als de binnenzijde rood gekaleid. De noordelijke gevel had eerder het uitzicht van een woonhuis dan van een paardenstal. De paardenstal is aldus een getuige van de rijkdom van de abdij in deze periode. Het uitzicht van de paardenstallen veranderde sterk in de loop van de 19de eeuw.
De Franse Revolutie in 1789 luidde het einde van de macht en de rijkdom van de cisterciënzerinnen op Herkenrode in. Binnen de antigodsdienstige politiek van de Fransen was geen plaats meer voor adel en clerus. De zusters op Herkenrode vluchtten de Rijn over of traden toe tot een andere gemeenschap (bijvoorbeeld de begijnen). Ze zagen met lede ogen toe hoe anderen de abdij overnamen en deze mismeesterden. Hun goederen werden door de Franse machthebbers verbeurd verklaard. Op 19 februari 1797 ging Herkenrode tijdens een openbare verkoop in Maastricht ten slotte onder de hamer.
Op 5 december 1974 werd de hele site bij Koninklijk Besluit als monument en als historische landschap beschermd. De Zusters van het Heilig Graf namen hun intrek in het abdissenkwartier en sinds een aantal jaren worden de overgebleven gebouwen van de abdij terug in hun oude glorie hersteld.
Fiche
2015: zelfbedieningsrestaurant De Paardenstallen (vanaf 29-03-2015)