You are here
Description
De eerste vermelding van een school in Kuringen dateert van 1537. In steden en grote gemeenten zorgde toen meestal de kapelaan of de eerste-mislezer het onderwijs. In kleinere dorpen, zoals Kuringen, was dat meestal de koster. De welstellende inwoners betaalden de koster voor elk kind zes stuivers per maand. Voor het onderricht van de arme kinderen betaalde de Heilige-Geesttafel, of de Armentafel. In Kuringen werd de Armentafel opgericht in 1872, door het Genootschap Sint-Vincentius. De toekenning of de verlenging van het ambt van schoolmeester gebeurde door de burgemeesters, tijdens een keurdag. Behalve grondige kennis van de godsdienst, moest de onderwijzer in de grotere parochies ook de beginselen van het Latijn en van het Frans beheersen. Zo zou hij zijn leerlingen kunnen voorbereiden op verdere studies aan een Latijns college.
Vanaf 1860 had Kuringen een echte school. Die noemde men aanvankelijk Kerkschool, later Kerk- en Gemeenteschool. Vanaf 1872 was de naam Gemeenteschool voor jongens en meisjes.
Het gemeentebestuur bouwde lokalen voor de school op de Hoven, tegenover de Kerkwinning aan de Dorpsstraat. Het eerste schoolhoofd was Hendrik Donatus Reynders, die al sinds 1829 onderwijzer was geweest. Hij en zijn opvolger, Bonaventura Vandersmissen, stonden alleen in voor het onderwijs in de gemeenteschool. Bij de eeuwwisseling trad Fernand Cuppens in dienst als onderwijzer en in 1910 werd hij versterkt door Jozef Convents. Meteen werd een periode ingeluid waarin de families Cuppens en Convents hun stempel drukten op het onderwijs in Kuringen. Tegen 1920 bestond het korps van onderwijzend personeel uit: Fernand Cuppens (hoofdonderwijzer), Mevrouw Coopmans-Cremers, Mevrouw Rorsvort-Vanorshoven, Mevrouw Ghijsen-Vanrusselt en Jozef Convents.
In 1908 had de grote meerderheid van de kinderen recht op gratis lager onderwijs. Dat wijst erop dat toen de meeste Kuringenaren slechts een bescheiden inkomen hadden. De meeste kinderen van Tuilt gingen in Kermt naar school, enkelen trokken naar de gemeenteschool van Stokrooie.
Kinderen met recht op gratis lager onderwijs:
Kuringen-Centrum Kermt Stokrooie
Jongens 140 31 6
Meisjes 122 32 7
Totaal 262 63 13
Alhoewel de wet van 15 juni 1914 de schoolplicht invoerde voor alle kinderen van 6 tot 14 jaar, besliste de gemeenteraad om seizoensverloven, 33 dagen in te stellen, zodat de kinderen van de derde en de vierde graad thuis op de boerderij konden helpen. Kuringen was op dat ogenblik immers nog een echte landbouwgemeenschap.
In 1925 was het leerlingenaantal zo sterk toegenomen dat een uitbreiding noodzakelijk werd. Er werd gekozen voor een afzonderlijke meisjesschool, die in de buurt van het Dorpsplein een plaats kreeg. Het eerste schoolhoofd van de meisjesafdeling werd mevrouw Rorsvort-Vanorshoven, opgevolgd door mevrouw Coopmans-Cremers. In de jongensschool startte Elmar Cuppens zijn loopbaan in 1926.
Op 15 oktober 1921 werd er een medisch schooltoezicht georganiseerd en dr. Bollen werd aangesteld om de schoolkinderen te onderzoeken. Hij bleef schooldokter gedurende drie jaar, waarna hij werd opgevolgd door dr. Elens uit Hasselt. Zij kregen per leerling jaarlijks drie frank. Daarvoor moesten ze één keer per maand op schoolbezoek gaan en ter beschikking zijn in geval van nood. Vanaf 1940 kwam dr. Corthouts als schoolarts en na hem werd het medisch schooltoezicht toevertrouwd aan de geneesheren van Kuringen. Vanaf het schooljaar 1937-1938 bleef een zestigtal kinderen op school eten. Sedert 1954 kunnen de kinderen een middagmaal gebruiken aan school.
Uit: Kuringen Sint-Jansheide Schimpen Tuilt Stokrooie / Warm aanbevolen (2004), pp. 71-73.