You are here
Description
In 1426 werd door Pullincx een klooster gesticht, Sint-Catharinadal genoemd. In 1428 gaf de prins-bisschop van Luik, Jan van Heinsberg, zijn goedkeuring aan de instelling. Tot aan de Franse Revolutie werd dit klooster door de franciscanessen-penitenten - beter gekend als de witte nonnen – bewoond. Na de opheffing der orde bij de Franse inval werd het klooster in 1798 verkocht en later door Pieter Jan Willems (Hasselt 1786-1868) als zoutziederij ingericht.
In 1735 werd de vervallen kerk herbouwd. Zeven jaar later, in 1743, verbouwde de overste, Joanna Gerardina de Liebigh, het gedeelte dat in 1494 langs de Demer werd opgebouwd. Bijna 50 jaar later werd een onderaardse gang van uit de tuin van het klooster gegraven, verbonden met de boerderij aan de overkant van de straat. In 1803 bouwde vrederechter Willeaume Henri François Hussen (Hasselt 1761-1820) deze hoeve om tot een stokerij.
Voornoemde Willems verkocht het klooster in 1837 aan de Belgische regering. In 1839 werden de kerk en het klooster afgebroken. Wel overeind bleef het hoekpand dat in 1742-43 werd opgetrokken. In 1840 bouwde het Belgisch leger als nieuwe eigenaar er een kazerne en een militair hospitaal.
Fiche
klooster
gesloopt - 1839-1840 bouw kazerne zgn. Witte nonnenkazerne