Quintens Pol woonde langs de familie Pluimers op de 'Kapelwinning', een achttiende-eeuwse halfgesloten hoeve tegenover de kapel van Elisabeth van Rijkel.

Pol had verschillende eigendommen en was in de ogen van zijn dorpsgenoten dan ook een welstellend iemand. Hij had het voorrecht om in de kerk te beschikken over een persoonlijk voorbehouden met velours beklede stoel. Dit was een privilegie dat alleen gegoede lui zich konden veroorloven. Toen het kerkmeubilair aan vernieuwing toe was, schonk hij de nu nog in gebruik zijnde zitbanken.

Zijn huwelijk bleef kinderloos. Na zijn overlijden doken zeker wel honderdvijftig neven en nichtjes op om te zien of zij ook binnen de prijzen waren gevallen. Het spreekt vanzelf dat er met zoveel erfgenamen niet veel voor elk afzonderlijk overbleef. 

Uit: Kermt & Spalbeek / Warm aanbevolen (2006), p. 81.