You are here
Description
In vele dorpen en steden hier te lande waren van oudsher veilmannen aanwezig bij openbare plechtigheden, optochten en processies. Al bij onze Keltische voorouders werden zij er op uitgestuurd om boze geesten uit een woonkern te verdrijven. Middeleeuwse bronnen beschrijven de veilmannen (veil = klimop) als stoere jongens, omhangen met klimop en met een dikke knots in hun hand, die mee opstapten vooraan in een stoet om de weg te ruimen voor hoogwaardigheidsbekleders die zich te voet of te paard verplaatsten. Het was immers zo dat braamstruiken, distels, onkruid, planten, struiken en omgevallen bomen de wegen overwoekerden, zodat deze eerst dienden verwijderd te worden om de weg opnieuw begaanbaar te maken. Tot op heden wordt er in Beieren nog altijd een folkloristisch lenteritueel gevierd, waarbij de inwoners met twijgen getooid door de straten trekken. In Engeland zijn er plaatsen waar jongeren, opgesmukt met takken en bladgroen, de komst van de lente aankondigen. Elders worden naar aanleiding van bepaalde festiviteiten boomstammen over de volle breedte van de weg gelegd, waarmee de doorgang van de optocht uiteraard versperd werd. Een zestal stevige mannen, behangen met klimop met in de hand een bijl of een kapmes, "bewerkten" de boom, sleurden hem naar de kant en maakten meteen de weg vrij voor de stoet.
Deze volkse traditie werd in vele landelijke dorpjes in Vlaanderen in stand gehouden tot na de Tweede Wereldoorlog. Wanneer de landheer vanuit Heers in vroeger jaren een bezoek bracht aan zijn heerlijkheid Wimmertingen, werd hij voorafgegaan door de veilmannen die de weg voor hem vrijmaakten. In 1947, bij de inhaling van burgemeester juffrouw de Grady, waren de veilmannen ook van de partij. Zij waren gekleed in een overal en van kop tot teen behangen met klimop. In 1956 bij de inhaling van pastoor Nulens droegen ze een gewone werkkiel en een bolhoed op het hoofd. Dit stukje folklore wordt jaarlijks nog in ere gehouden op het Sint-Evermarusspel te Rutten op 1 mei, waarbij twee veilmannen aanwezig zijn. De traditie is nog niet helemaal verdwenen uit onze provincie.
Uit: Wimmertingen / Warm aanbevolen, p. 72.