You are here
Description
De brug over het Albertkanaal aan de Kempische Steenweg kent een lange geschiedenis, van de eerste brug in 1936 tot de huidige boogbruggen uit 1980.
De eerste gelaste brug uit 1936 was op dat moment de grootste gelaste brug van de wereld. Het gewicht van deze brug lag lager dan bij het gewone type en was goedkoper. De reusachtige onderneming lokte vele nieuwsgierigen, maar ze stelden zich vragen bij de veiligheid van dit project. Nieuwe wegen werden aangelegd en het vertrouwde zicht op de Kempische Steenweg veranderde ingrijpend.
Op 1 februari 1937 werd de nieuwe brug uiteindelijk opengesteld voor verkeer, maar op 14 maart 1938 sloeg het noodlot toe. Net nadat de tram Hasselt-Genk de brug was overgestoken, brak ze in drie stukken en donderde het water in. Er werd veel gespeculeerd over de oorzaak van de ramp, men sprak zelfs over sabotage, maar tijdens het vooroorlogs onderzoek werd de lastechniek aangewezen als belangrijkste schuldige. Er waren teveel onbekende spanningen en dat zorgde, samen met de constructie, voor de fatale breuken. Na de oorlog en na gelijkaardige rampen met schepen die plots in stukken braken, werd vastgesteld dat nog meer factoren leidden tot de zogenaamde 'brosse breuk': koude temperaturen, veroudering van het staal ...
De Genietroepen bouwden onmiddellijk een noodbrug. Die werd in mei 1940 opgeblazen om te verhinderen dat ze in handen van de Duitsers zou vallen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd een houten noodbrug gelegd. Die werd vervangen door een geklonken brug. In 1944 werd ook die opgeblazen en vervangen door een voorlopige dam en later een noodbrug. In de jaren 1950 werd een nieuwe brug ingehuldigd. Ten slotte werd in 1982 de huidige brug met vier rijvakken in gebruik genomen.