Op 19 maart 1939 trok voor het eerst een carnavalstoet door Hasselt. De stoet bestond uit 32 deelnemers. Organisator was een soort feestcomité 'Hasselt Vooruit', een vereniging van lokale maatschappijen beschermd door het stadsbestuur. Met de komst van de Tweede Wereldoorlog verdween deze maatschappij.

Het was wachten tot 1947 op een volgende carnavalstoet. Drie wagens verzorgd door het Werk van den Akker, de Bond van Kroostrijke Gezinnen en de kanarieclub De Meesterzanger, een dansgroep van het Koninklijk Lyceum, het Feestcomité en de harmonie Sint-Hubertus van Runkst boekten een onverhoopt succes. Het organiserende comité werd dat jaar officieel erkend door de stad Hasselt en kreeg de naam 'Stedelijk Feestcomité'.

Diverse bronnen bevestigen dat carnaval in Hasselt op gang getrokken werd door de bewoners van de Kempische Wijk. De familie Deplée speelde hierin een voorname rol.

In 1948 telde de folklorestoet al 15 praalwagens, meer dan 20 gekostumeerde groepen en ongeveer 100 wagens in de reclamestoet.

In 1950 ging de eerste Hasseltse prins 'Baar I' gemaskerd mee in de carnavalstoet. De kinderstoet trok in 1959 voor het eerst op de zaterdag van het halfvastenweekend door de straten. Sinds 1966 zorgen de Koekerellen elk jaar voor een jeugdprins.