You are here
Description
Auteur: René Christiaens
Volgens een ordonnantie van 24 februari 1539 met betrekking tot de intermerct werd er vis verkocht nabij het piroen. Het perron stond toen op een achttal meter van het hoekhuis Botermarkt en Zuivelmarkt De Dry Dragonders.
De indesteen bevond zich op een zestal meter van het perron richting Hemelrijk. Verder dient benadrukt dat de Maaslandse kalkstenen, die in de vorm van een cirkel rond de indesteen lagen, een wezenlijk onderdeel van die steen uitmaakten zoals blijkt uit de uitleg hierna.
Volgens de stadsregisters werd er al van 1522 op de indesteen verse zeevis verkocht door twee geswoerene keurmeesters. Deze heren keurden de vis goed of ze keurden hem af voor consumptie. Zij alleen mochten de strook grond tussen de indesteen en de cirkel daaromheen betreden. De vis werd er ook 'gemijnd'. Bij openbare afroeping legden ze een of meerdere vissen op de vistafel. Wie 'mijn' riep bij het afroepen van de prijs, was koper en moest binnen de drie dagen betalen. De verkoop had plaats op dinsdag- en vrijdagmorgen om 7 uur. Op dagen met een overvloedige visaanvoer stelden de verkopers zich ook op in die Corte straet, het straatje aan de Blauwe Hant en de Muyseval.
De openbare visslag werd in de periode 1860-1870 afgeschaft. Nadien werd de aangevoerde vis in winkels of op de vismarkt uit de hand verkocht. Namen van viskeurders waren Petrus Van Paeschen (1827), Jan Dortangs en Hendrik Mulckers (1842) en Jan Bemelmans en Hendrik Corsouls (1867).