You are here
Description
Dit ruime gebouw nam de plaats in van die broothalle oft broothuys uit de 13de eeuw, dat er sprake komt in het testament uit 1295 van schepen Hendrik Tant, waarin de opbrengst van twee broodbanken aan 'den Arme' wordt geschonken en waarin het gebouw omschreven wordt als zijnde het domo panum of broodhuis.
Nadat in het begin van de 16de eeuw aan de Grote Markt de Lakenhalle, met brood- en vleeshuis, was gebouwd, werd De Wan de particuliere woning van de familie Puts-Vos. Het enige kind van Hendrik Puts verkocht Den Gulden Wan in 1638 aan Peter Roelants-Pleugmakers. De nakomelingen van deze laatste hebben het anderhalve eeuw in hun bezit gehad. De meest vooraanstaande hiervan was ongetwijfeld Willem-Arnold Roelants. Met Willem-Arnold stierf een tak van deze aanzienlijke familie uit Den Wan uit, maar in het tegenoverliggende pand Die Crone ontwikkelde een andere tak zich verder.
Na de dood van Willem Roelants kwam De Wan in het bezit van de familie de Matthys en later van de familie de Leu de Cecil. In de tweede helft van de 19de eeuw werd het omgebouwd tot het drankhuis van Charles Oortmeyer.
De Wan stond met zijn linkergevel aan de Botermarkt. Later werd de woning in het complex van de Grand Bazar opgenomen. Ondertussen is deze ook verdwenen. Op dezelfde plaats verrees een nieuw pand.
Fiche
- begin 16de eeuw: Puts-Vos - via erfenis naar
- (?): Hendrik Puts, zoon van voorgaande - verkoopt aan
- 1638: Peter Roelants-Pleugmakers
- (?): erfgenamen voorgaande onder meer Willem-Arnold Roelants (+1762), echtgenoot van Margareta-Joanna de Matthys (+1786) - via erfenis naar
- 1786: familie de Matthys
- (?): familie de Leu de Cecil
- 2de helft 19de eeuw: Charles Oortmeyer
woonhuis / handelshuis
- herberg, drankhuis Charles Oortmeyer
gesloopt
- 1751
- 2de helft 19de eeuw
- die broothalle oft broothuys uit de 13de eeuw
- hoekpand