You are here
Description
Auteur: Tom Kenis
Geparafraseerde Radio 2-getuigenis van militair William De Wilde en zijn echtgenote Nicole, over de periode in Congo voor en na de onafhankelijkheid in 1960:
Nicole: “We zijn vertrokken in 1953, met de boot. Een van de fameuze Congo-boten van de CMW, waar we 17 dagen opzaten.”
William: “We waren met 37 militairen. Eens we ter hoogte kwamen van de Canarische eilanden kwam er een telegram. Zowel voor burgers als voor militairen werd dan bekend gemaakt waar ze in Congo gestationeerd zouden worden. We hadden geen voorkeur waar we naartoe zouden gaan. Wij waren van de genie. Wij werden daar naartoe gestuurd waar er gebouwd moest worden.”
Nicole: “Wij zijn in het militair kamp van Hardy gewoond. Dit was 8 kilometer van Thijsstad. Mbanza Ngungu heet dat nu.”
William: “Laatst kwamen we Congolezen tegen uit die streek. Het kamp is nu blijkbaar overwoekerd.”
Nicole: “Overdag deden we het huishouden. De ‘boy’ uitleggen wat er gemaakt moest worden. We naaiden ook zelf onze klederen. We deden onze haren ook zelf. Het contact met de zwarten viel mee. Er was wel een afstand. In 1960 ben ik met de ‘train blanc’ kunnen vluchten met de drie kinderen. In Leopoldville werden we dan opgevangen door militairen. Een paar dagen kon ik via de ambassade met een vliegtuig vertrekken naar België.”
William: “Wij militaire moesten blijven om de dingen te bestieren. Maar de chaos was compleet. Er zijn veel doden gevallen.”
Nicole: “We zijn nooit meer teruggegaan naar Congo. We zijn wel nog een keer naar Rwanda geweest. Maar zoals het nu is in Congo, zouden we liever niet teruggaan.”