You are here
Description
Auteur: Jean Nicolaï
Kunstschilder Antoon Emile Arnoldus Georgius Kolb werd in Hasselt geboren in 1889. Verschillende generaties van de uit Duitsland afkomstige familie werkten als personeel voor adellijke geslachten, onder andere het Nederlandse hof.
Georges koos voor een militaire carrière. In de periode 1905-1907 werd hij opgeleid en ingedeeld bij de tweede legerdivisie, 15de linieregiment, groep T, 3de compagnie. Hij doorliep verschillende stadia: clairon in maart 1908, soldaat in juni 1908, korporaal in oktober 1909. In juni 1910 keerde hij voor een onbepaalde vakantieperiode naar huis, maar ging terug onder de wapens in augustus 1914. Voor zijn engagement aan het oorlogsfront in WO I staan er in totaal 54 maanden actieve legerdienst op zijn personeelsfiche, in dienst van het 9de en het 15de linieregiment en voor een opleiding aan de Ecole des Grenadiers in Fécamp in Frankrijk. In 1919 ontving hij een decoratie ‘Croix de Guerre’ voor moed en zelfopoffering aan het front, een medaille van de overwinning (1919) en een herdenkingsmedaille van WO I (1919). 8 frontstrepen behaalde hij tijdens zijn dienst in Wereldoorlog I, die hem in 1920 in Antwerpen officieel werden opgespeld. Daarnaast werd hij gedecoreerd als militair 2de Classe (1919), als vuurkruiser (1935), als ridder in de orde van Leopold II (1934) en als officier in de orde van Leopold II (1939).
Op 25-jarige leeftijd, twee maanden voor het uitbreken van WO I, trouwde hij in Brussel met Rebecca Anne Hoy, 24 jaar oud, geboren in 1890 te Hitchin, Hertsfordshire (UK). Het huwelijk werd gezegend met één dochter en drie zonen: Marguerite Annie Waters (Margot) (1915-2002), Victor Frederik Antoine (1920-1922), Paul Ernest Antoine (1923-2003) en Antoine Guillaume Charles (Tony) (1930-1942).
Het Duitse gifgas had Georges tot oorlogsinvalide gemaakt. Na een korte carrière op de administratie van de Limburgse steenkoolmijnen, trok jeneverstokerij Fryns hem aan als vertegenwoordiger om hun producten te slijten in Wallonië. Doordat zijn jongere zus Amande Kolb getrouwd was met Jules Fryns, was er ook een rechtstreekse familieband.
De familie Kolb-Hoy woonde op meer dan tien verschillende locaties in Hasselt, onder andere in de Aldestraat 20, waar Rebecca Ann een “crèmerie” uitbaatte. Het woonhuis was groot genoeg om een gelagzaaltje te bieden aan de straatkant, terwijl Georges op de binnenkoer zijn hobby als kunstschilder kon uitoefenen.
Georges was een tijd- en stijlgenoot van Arthur Erarts, zijn schoonbroer, met wie hij in vanaf het begin van de dertiger jaren regelmatig samenwerkte en gezamenlijk poëtische Limburgse landschappen op doek zette: berken, heide en vennen. Hij was lid van de Cercle Artistique Indépendant Heecrabbers Hasselt en stelde onder andere tentoon in de Galerij Albert van 17 tot 27 mei 1958.
Georges Kolb overleed in 1969 in Hasselt. Het Stadsmus bezit werk van zijn hand.