You are here
Description
Het Brandewyns Compke, ook Het Compke geheten, was in de 16de eeuw een stokerij die naast de brouwerij van de familie Duyfkens lag. Aanvankelijk behoorde het toe aan Jan Clerckx, daarna aan Jacob Gilis en Geert Wysenrardts. Het brouwersambacht had tot in 1775 een rente van 1 gulden 16 of 12 pond hessels op het pand.
In de eerste helft van de 18de eeuw werd de brouwerij uitgebaat door schout Joês Landsteen, die ze op 25 mei 1753 overdroeg aan priester Arnold Peuskens, als vertegenwoordiger van de Liebich-de Jonghe. Op 10 maart 1761 werd het huis door Petrus Hennet aan schepen J. Minten verkocht.
In de 19de eeuw werd het de eigendom van Henricus Roggen, wiens erfgenamen het publiek verkochten. Weldra werd het omgebouwd tot een burgerhotel met herberg en afspanning. Ulric Geuns kocht het en kwam er zelf in wonen. Na hem verbleven er Lodewijk Grauls en zijn zoon Petrus (nvdr: lid van de Garde Civique), die tuinbouwarchitect was.
Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 143.
Fiche
- 16de eeuw: Jan Clerckx
- (?): Jacob Gilis
- (?): Geert Wysenrardts
- 1ste helft 18de eeuw: schout Jan Landsteen
- 1753: de Liebich-de Jonghe
- (?): Peter Hennet
- 1761: schepen J. Minten
- 19de eeuw: Hendrik Roggen
- (?): Ulric Geuns
- 1897: landbouwer, hotelhouder Louis Grauls (°Hasselt 1840) X Hasselt 1875 Catharina Smeets (Hasselt 1845-1936), + negen kinderen, o.m. bakker Joseph, Pierre en Jan
- landbouwer, hotelhouder Louis Grauls (°Hasselt 1840) X Hasselt 1875 Catharina Smeets (Hasselt 1845-1936), + negen kinderen, o.m. bakker Joseph, Pierre en Jan
- tot 1958: gewezen garde civique, tuinarchitect en leraar Pierre Grauls (+1975), zoon voorgaande
woonhuis / handelshuis
- jeneverstokerij
- brouwerij
- hotel / herberg / afspanning
- (1934)-1958: zaadhandel In 't Komken (Pierre Grauls) (3, 4)
gesloopt (1958) (2) - Koning Albertstraat 21
- gesloten bebouwing