You are here
Description
Deze naam sierde het veeleer moderne uithangbord van het thans afgebroken hoekhuis langs het steegje dat de Zuivelmarkt met de Fruitmarkt verbindt. Het besloeg zowat de helft van de huidige doorsteek. De linkergevel van het pand was in zoverre merkwaardig dat het de enige trapgevel van de stad was.
Ook het steegje zonder naam had zijn charme. De pastelschilder Jef Van Brabant kon niet in de bekoring weerstaan om het te penselen. Gezien vanuit Den Glazen Hoek, met een deel van de Sint-Quintinuskerk als achtergrond was het beslist een karakteristiek hoekje van onze stad, waarvan de trapgevel van Het Schoentje met zijn Lievevrouwebeeldje, de rechtergevel van De Tinnen Knop (rechts), het Corenvat en De Blauwe Hantmm et hun ouderwetse ramen, en de aloude Muysenval (links) de samenstellende elementen waren.
In de eerste helft van de 18de eeuw behoorde Het Schoentje toe aan Hendrik Vandersmissen. Deze liet het door erfenis over aan zijn ongehuwde dochter Elisabeth. Elisabeth Vandersmissen overleed in 1791 en haar neven Baerts erfden het huis. Een van deze neven, Arnold, woonde trouwens reeds in 1776 bij haar in.
In de eerste helft van de 19de eeuw woonde er de stadhuisbediende Gielkens-Steykens. Na deze laatste werd het bewoond door diens zoon Hendrik, een slager. Daarna ging het naar een kleinzoon, die later naar Brussel verhuisde.
Tegen de linkergevel hing een Lievevrouwebeeldje, dat door de eigenaars steeds met devotie werd verzorgd. (nvdr: zie ook De Bloempot)
Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 210.
Fiche
- 1ste helft 18de eeuw: Hendrik Vandersmissen - via erfenis naar
- tot 1791 (+): Elisabeth Vandersmissen, dochter voorgaande - via erfenis naar
- 1791: neven Baerts
- 1ste helft 19de eeuw: bediende Gielkens-Steykens
- (?): slager Hendrik Gielkens, zoon voorgaande
- (?): Gielkens, kleinzoon voorgaande
woonhuis / handelshuis
- slagerij Gielkens
gesloopt
- hoekpand