You are here
Description
Deze woning behoorde tijdens het eerste kwart van de 18de eeuw toe aan Henricus Messelmans. Op 3 april 1727 werd het aan Henricus Hubens verkocht. Van deze eigenaar ging het over naar Adriaan de Heusch en vervolgens naar het stadsbestuur. In 1789 woonde er Arnold Engelen. Het gichtregister spreekt over een rente van 90 gulden, die pastoor Hoelen erop had, toen het nog toebehoorde aan ridder de Heusch van Wijer, echtgenoot van Katharina gravin de Corswarem-Looz. Hetzelfde register meldt als buurpanden Den Haese aaan de achterzijde), het huis van chirurgijn Berckx aan de Walputstraat, De Dry Eemers (aan de voorzijde) en het plein (ten westen).
Vóór de afbraak door de stad woonden er na elkaar: Christiaan Roeder, tot 1854 directeur van de harmonie van het Casino, sergeant Raps (die er een kruidenierszaak hield), de dames Sauvage en de slager Ilsbrouckx, die later de herberg en het gasthof De Vuylbeke (thans Nationale Bank) aan de Ridderstraat overnam. Op de hoek van dit huis lag een bijgebouw dat door ridder de Heusch als koetshuis werd gebruikt. De stad bouwde dit koetshuis om tot woning. Daar woonden de portiers van het raadhuis Jaak Mesotten (in 1803), Marten Misotten (in 1860) en Ramont (in 1875).
Enkele jaren voor het uitroepen van de Franse Republiek werd door het gemeentebestuur een ijzeren lat van twee vingers breed, waarop de el, de halve el en de kwart el waren aangeduid, op de linkergevel van dit huis aangebracht. De bevolking kon zich aldus vergewissen van de precisie van de gebruikte lengtematen; in geval van betwisting was dit de voorgeschreven wettelijke maat. Deze metalen lat en een houten lengtemaat werden na de afbraak van het pand in het stadsmuseum gedeponeerd.
Toen de stad de beide huizen tot verruiming van het plein voor het raadhuis liet afbreken, werd een gedeelte van het braakliggende terrein verkocht. Daarop werd later het hoekhuis (hoedenwinkel van Jaak Nysten-Rietjes) gebouwd. Naast dit hoekhuis (thans verdwenen) lag aan het plein het huis van Victor Vandersmissen. Beide huizen waren in rechte lijn geörienteerd op het reeds bestaande huis De Dolfyn.
Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 230.