You are here
Description
Toen in de parochie nog veel aan landbouw werd gedaan en de zorg voor het veld centraal stond in het dagelijkse leven, trok ieder jaar op bepaalde tijdstippen de Kruisprocessie of Smeekprocessie uit. Gods erbarmen voor alle mensen werd gevraagd en de zegening over de vruchten van de aarde werd afgesmeekt.
Deze processie ging, als het weer gunstig was, jaarlijks een eerste maal uit op het feest van Sint-Marcus op 25 april. Vervolgens ging de processie ook uit op de zogenaamde kruisdagen: de maandag, dinsdag en woensdag die voorafgaan aan het feest van Onze-Lieve-Heer Hemelvaart op donderdag. In die ommegangen werd het Heilige Sacrament niet meegedragen.
Na de vroege mis vormde men, met de toen nog talrijke aanwezigen, een stoet. De processiegangers stapten door de velden. Enkele misdienaars droegen het kruis voorop. Op maandag werd de processie gehouden in de Kleinstraat, Kapelveldstraat, Beerhoutstraat en de Kiezelstraat. Dinsdags werd de plechtige optocht gehouden van de Kiezelstraat, de Vissenbroekstraat, en de Platte-Vijversstraat naar de kerk. De derde ommegang vertrok op woensdag aan de kerk, ging over de kanaalbrug naar de Brugstraat en keerde dan terug naar de kerk. Op het feest van Sint-Marcus werd het eerstgenoemde traject genomen. Tijdens die tochten werd de rozenkrans gebeden. Een rozenkrans bestond uit drie rozenhoedjes: de blijde, de droevige en de glorievolle geheimen. Het koor zong de litanie van alle heiligen, een vrij lange en mooie zang met smeekbeden en aanroepingen.
Uit: Godsheide en Malpertuus / Warm aanbevolen (2013), pp. 58-59.