De oostzijde van de stad werd afgesloten door de imposante "Trichterpoort". Het complex bestond uit een poortgebouw dat door overdekte weergangen verbonden was met een barbacane of voorpoort.

In de 17de eeuw lag voor het poortcomplex een bastion met extra hordenversterking, wat van het geheel een drievoudige verdediging maakte.

We weten dat de toegang tot de barbacane geschiedde via een ophaalbrug, want op 5 juni 1654 werd aan Jacques Dujardin een opdracht gegeven om steunbalken te maken voor de "optreckbrugge" van de Trichterpoort. Buiten tegen de linker hoektoren lag het huisje van de "corps de garde".

Binnen de muren was de Maastrichterpoort verbonden met het deel van de Maastrichterstraat dat toen gewoon "aen die Triechterpoort" heette.

In de onmiddellijke omgeving buiten de poort lag het Sint-Corneliusveld met de Sint-Corneliuskapel en haar kerkhof die reeds in 1429 gesitueerd waren op de hoek van de Grote Steeg (nu Willekenmolenstraat). Nog verder noordwaarts lag op "Kalverheze" een tiendschuur met de pachthoeve "Den Populier".

Uit: Hasselt / De wallen en hun verdediging (s.d.), pp. 34-35.