Description
Vrijdag, 21 juni, overleed na een langdurige ziekte de Limburgse dichter Jan Melis.
In 1959 stichtte hij zelf de uitgeverij «Het Fonteintje» in Antwerpen.
Deze uitgeverij, zou zich vooral verdienstelijk maken door het drukken en verspreiden van kinderboeken.
In de eerste jaren van zijn loopbaan schreef J. Melis een tiental zeer verdienstelijke toneelstukjes die zich haast alle afspelen in een sprookjessfeer. Doch Jan Melis was vooral dichter en als dusdanig is hij in de Vlaamse letterkunde best gekend.
Hij schreef 7 bundels:
1. «Rhythmen en Melodieën»(1927); 2. «Zang en Tegenzang» (1938); 3. «Con Sordino (1940); 4. «Intocht» (1940); 5. «Roep» (1943); 6. «Purperen Bloei» (1946); 7. «Schaduwland» (1948).
De 8ste bundel «Van jaar tot jaar» (1949) is een bloemlezing uit de vorige bundels, vermeerderd met 7 nieuwe gedichten. De laatste jaren schreef Melis weinig. Hij had veel tegenslagen en beproevingen, was ziekelijk van aard. De sfeer om nog langer te zingen was er niet!
Vóór een kwart eeuw was hij nochtans één der beste Limburgse dichters.
Na wat huiselijke en natuurpoëzie werd hij gekonfronteerd met het mysterie van de mens. Wie zijn bundels leest bemerkt dadelijk dat hij begaan is met de eeuwige vragen.
Melis had een rustige kijk op mensen en dingen. Door zijn klassieke vorming ging hij de mens met wijsheid en begrip tegemoet. Hij kende het betrekkelijke van al het aards gedoe, het vallen en opstaan, het steeds herbeginnen, het onbereikbare.
Nu eens is hij zakelijk, dan weer vertederd, nu eens komisch, dan weer spottend. Maar steeds kwam hij terug tot het kind in de mens. Zijn alle dichters in de grond geen grote naïeve kinderen?
Melis was modern in zijn tijd. Zijn poëzie is thans voorzeker voorbijgestreefd, vooral voor wat de vorm betreft. Hij heeft nooit geëxperimenteerd, is nooit buitenissig geweest. Het klassieke vers en de prosodie waren hem heilig.