In Kermpt is het huis waar bij elke viering van het Zevende Jaar het 'Mirakel van de zwarte vrouw met het Kind' wordt uitgebeeld. De legende wil dat een 'morin' aan het venster van de verdieping zat, terwijl haar spelend kindje door het zoldervenster naar buiten keek; het kind viel naar beneden en kwam op de straatkeien terecht. Buurvrouwen of voorbijgangsters namen het levenloze lichaampje op, zo luidt het verhaal, en legden het in de kapel voor het beeld van Onze-Lieve-Vrouw. Hier kwam het kind terug tot leven. (...)

In het archief van de Onze-Lieve-Vrouwekerk berust een verklaring, door de weduwe van schepen Meuninx in 1659 voor de magistraat afgelegd. Daarin wordt vermeld dat deze dame van haar vader vernomen had dat hier in Hasselt in de herberg In Kermpt een Husse (= Boheemse vrouw) was komen overnachten en dat haar kind vanuit het dakvenster op straat was doodgevallen. Verder vermeldt het verslag dat de vrouw haar dood kindje op het altaar van Onze-Lieve-Vrouw ging neerleggen, waarop het kind weer tot leven kwam. In de volksmond heette deze Husse de 'morin'.

Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 149.