You are here
Description
Aanvankelijk hoorde Kuringen bij de moederparochie Hasselt, maar op het eind van de 12de eeuw kwam daar verandering in. Kuringen werd een zelfstandige parochie.
De graven van Loon, die vaak in de burcht van Kuringen verbleven, lieten toen vlakbij hun slot, maar toch volledig buiten de dorpskern, een kerk bouwen. Het 'patronaatsrecht', dat is het recht om een pastoor te benoemen, en de tienden, een kerkbelasting die bestond uit een tiende van de oogst, kwamen al heel vroeg in handen van de toen pas opgerichte abdij van Herkenrode die sindsdien instond voor het onderhoud van het kerkgebouw.
In 1419 liet prins-bisschop Jan van Heinsberg de hele constructie slopen en vervangen door een gotisch godshuis met toren, koor, kruisbeuk en middenbeuk in Demergotiek. Prins-bisschop Erard van der Mark liet daar later voor eigen gebruik een kapel bijbouwen waar tot vandaag nog steeds het hart van zijn opvolger Joris van Oostenrijk en het hart van Gerard van Groesbeek begraven liggen.
Het huidige kerkkoor, de kruisbeuk en de basis van de toren in ijzersteen zijn nog zichtbare restanten van deze gotische kerk. De kerk werd sindsdien nog drie keer vergroot, voor het laatst in 1929.
In de Sint-Gertrudiskerk worden enkele mooie beelden, waarbij een 13de-eeuws Gertrudisbeeld, bewaard. De patroonheilige maakte van de kerk ook een gekend bedevaartsoord als 'verdedigingsheilige'.
Fiche
parochiekerk
parochiekerk
1976 - Gotische kerk gelegen binnen een ommuurd kerkhof dichtbij de burcht, het "Prinsenhof". Aanvankelijk behoorde Kuringen tot de primitieve parochie Hasselt. De huidige ijzerzandstenen W.-toren dateert uit XV, terwijl het koor en de kruisbeuk ca. 1500 gebouwd werden. De vroegere gotische midden- en zijbeuken, zoals zij voorkomen op een ets van Remacle Leloup, werden omstreeks 1763 in opdracht van Augustina van Hamme, abdis van Herkenrode, door de Luikse architect B. Digneffe (1726-1786) verbouwd en vergroot. XIX-herstellingen en verbouwingen van 1872 tot 1874. De toren werd in 1901 vernieuwd en kreeg in 1929 zijn huidige portiek. De huidige sacristie met kapel werd ca. 1965 ten Z.O. van de kerk bijgebouwd. Driebeukige kruiskerk met W.-toren. Baksteenbouw op ijzerzandstenen plint met verwerking van kalksteen en mergelsteen voor de omlijstingen en hoekbanden. Gotische toren van ijzerzandsteen op ijzerzandstenen sokkel, XIV-XV a, neogotisch portaal (1929) met korfboogdeur en ingeschreven spitsbogig bovenlicht met tracering. Twee mergelstenen druiplijsten verdelen de toren in drie geledingen; twee spitsboogvormige galmgaten in elke zijde van de derde geleding. Achtkantige ingesnoerde naaldspits met uurwerk op de W.-zijde en bekroond door een verguld kruis met windwijzer en haan. Ten Z., aangebouwd semi-polygonaal traptorentje met driepasvenstertje in mergelstenen omlijsting, en mergelstenen bovenbouw onder leien bedaking. Overluifeld eikehouten kruisbeeld (XVI) tegen de blinde W.-gevel van de Z.-zijbeuk (diverse bouwnaden). In de Z.-gevel laten sporen in het metselwerk de oorspronkelijke hoogte van de zijbeuken voor de verbouwing van 1763 zien, die zijbeuken en middenbeuk onder een dak bracht. Boven de dichtgemetste, vroegere Z.-deur, wapenschild van abdis van Hamme met het jaartal 1763 en spreuk REGIQUE DEOQUE. Drie classicistische rondboogvensters met hoekblokken, onder dichtgemetste mergelstenen steigergaten; houten kroonlijst op klossen; ten W., mergelstenen hoekband in het verlengde van de ijzerzandstenen band die aansluit bij de plint. N.-zijbeuk met zelfde opstand als Z., doch zonder sporen van verbouwing van een vroegere zijbeuk. Gotische zijpuntgevel van de transeptarm uit XV A, afgezet met mergelstenen hoekblokken; spitsboogvenster met geprofileerde omlijsting en negblokken. De twee schouderstukken vertonen geprofileerde hoekblokken en kraagstenen. Tussen de rode bakstenen zijn zwart geglazuurde bakstenen geplaatst in een ruitmotief. Boven de bandvormige onderdorpel bevindt zich een kalkstenen gevelsteen met niet identificeerbare wapenschilden. In de O.-gevel van het transept, een dichtgemetst spitsboogvenster waarboven een geprofileerde mergelstenen kroonlijst. In het Z.O., tegen de absis en de transeptarm, lage bakstenen kapel, gebouwd door de prins-bisschop Erard van der Marck (1505-1538) met in de Z.gevel twee rechth. kalkstenen vensters met diefijzers en in de O.-gevel sporen van een dichtgemetste deur. N.-zijpuntgevel van de kruisbeuk met zelfde opstand. Gotisch koor op ijzerzandstenen plint, met driezijdige koorsluiting, uit XV A, gestut d.m.v. zware steunberen met mergelstenen banden. Drie spitsboogvensters (koorsluiting) met bandvormige onderdorpel, gedicht in 1763 bij de plaatsing van het nieuw altaar. Reliëf op de tweede steunbeer met voorstelling van prins-bisschop Joris van Oostenrijk, die zijn hart schenkt aan St.-Gertrudis van Nijvel. Half gedichte spitsboogvensters in de Z.- en N.-koorgevels. Mergelstenen kroonlijst. Smalle N.O.-sacristie, eveneens op ijzerzandstenen plint, en onder lessenaarsdak, aanleunend tegen de transeptarm; hoekband deels van mergelsteen, deels van ijzerzandsteen. Rechth. kalkstenen venster met diefijzers in de O.-muur en gedichte mergelstenen nis in de N.-gevel. Classicistisch interieur met neoclassicistisch doksaal boven de ingang, gedragen door twee gietijzeren zuilen. Toscaanse zuilenrij op vierkante sokkel tussen midden- en zijbeuken gekornist hoofdgestel en aansluitend spitstongewelf met classicistische stucversiering over de middenbeuk; plafond op korte gekorniste kroonlijst en Toscaanse pilasters (N.- en Z.-wanden) over de zijbeuken. Twee samengestelde pilasters op de scheiding met de kruisbeuk. In het kruisribewelf boven de kruising, wapenschild van abdis van Hamme, uitgevoerd in gepolychromeerd stucwerk. Koor van één travee met straalgewelf. Ten Z. van de absis, toegangsdeur tot de kapel van Erard van der Marck, thans omgevormd tot doopkapel. (2)
1976 - Laat-gotisch, eikehouten kruisbeeld (XVI A) tegen de W.-gevel van de Z.zijbeuk; Christus-op-de-Koude-Steen, gepolychromeerde zandsteen (XVII); in het transept, gepolychromeerd, gotisch triomfkruis (XV B). Classicistische eiken zijaltaren in Luikse stijl met altaardoek met de voorstelling van St.-Gertrudis tussen St.-Petrus-en-Paulusbeelden, door J. Delcour. Gotisch reliëf en erachter de begraafplaats van het hart van prinsbisschop Joris van Oostenrijk en kardinaal van Groesbeek. (2)
- ca. 1500
- 1763
- 1872-1874
- 1901
- 1924
- 1929
- ca. 1965
- open bebouwing
- perceelgrootte: 2060 m2