You are here
Description
Nu reeds durven wij met zekerheid stellen dat de Hasselaren in het jaar 2165 de vlag en de wimpel zullen hijsen, want dan zal het duizend jaar geleden zijn dat in een document voor de eerste maal melding gemaakt werd van de naam Hasselt. In dat bewuste stuk is er ook voor de eerste maal sprake van de pastoor (persona) van Hasselt, Walterus Guntherus.
Waar een pastoor is, is een parochie. We moeten echter tot 1183 verder bladeren vooraleer we vernemen dat St.-Quintinus de patroonheilige van de parochie is. Nochtans is de parochie enkele eeuwen ouder; dat bewijzen de uitgestrektheid van haar gebied (ca. 12500 ha) en de keuze van de patroonheilige St.-Quintinus, die vooral in de zevende en achtste eeuw erg geliefd was.
In tegenstelling echter tot alle tradities wordt het tijdstip van de kermis te Hasselt niet bepaald door de feestdag van de parochieheilige Sint-Quintinus (31 oktober) maar wel door de feestdag van Sint-Lambertus, patroonheilige van de bisschopsstad en het vorstendom Luik. De eerste zondag na 17 september (feest van Sint-Lambertus) zit er inderdaad te Hasselt steeds "Kèrremes ènne loch".
De primitieve parochie Hasselt, waarvan de kerk gelegen was aan de oever van de Helbeek, en niet aan de Demer, omvatte niet alleen het grondgebied van Hasselt, maar ook dat van Zonhoven, Kuringen, Stokrooie, Stevoort, Kermt, Spalbeek en Bolderberg. Wimmertingen en Sint-Lambrechts-Herk, deelgemeenten van de huidige fusiegemeente Hasselt, behoorden niet tot de primitieve parochie. De latere St.-Niklaaskerk van Wimmertingen hing af van de parochie Jesseren en de kerk van St.-Lambrechts-Herk was een dochterkerk van de primitieve parochie Alken.
De St.-Quintinuskerk echter had het eerste en het laatste woord, namelijk het doopsel en het heilig oliesel, en had dus een doopvont en een kerkhof.
De andere kerken waren dochterkerken: Zonhoven had eveneens voor Sint-Quintinus gekozen, Kuringen (met Stokrooie) voelde zich beter onder het lieflijk oog van Sinte-Geertrui; Sint-Maarten nam Stevoort onder zijn mantel en Kermt (met Spalbeek) zocht bescherming bij Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart. In de loop van de 12de-13de eeuw groeiden Zonhoven, Kuringen, Stevoort en Kermt uit tot zelfstandige parochies. Enkel Bolderberg bleef tot het einde van de 18de eeuw de parochie Sint-Quintinus trouw. Sindsdien is de uitgestrektheid van de oorspronkelijke parochie blijven afbrokkelen. Momenteel kent Nieuw-Hasselt twintig parochies. Daarnaast zijn er nog een groot aantal kerken waar eveneens erediensten worden gehouden maar die niet als parochiekerken fungeren (zoals de Minderbroederskerk, de O.-L.-Vrouwekerk, Clarissenkerk, enz.)
In 1589 wordt nogmaals duidelijk dat Hasselt een vooraanstaande plaats bekleedt op kerkelijk gebied. Het oude decanaat Tongeren wordt dan verdeeld en zo komt het decanaat Hasselt tot stand dat 31 parochies omvatte.
In 1591 wordt Hendrik Duyfkens de eerste pastoor-deken van Hasselt. Voor Hasselt lijkt het wel of de naam Hendrik een waarborg voor een succesrijke carrière is. Vermelden we hier dat Hendrik Tant als legendarische oudste Hasselaar en Hendrik van Veldeke als oudste Dietse dichter. De eerste bisschop van Hasselt is wel een uitzondering op deze regel, hij heet nl. Mgr. Jozef Maria Heusschen en werd aangesteld in 1967, toen het grondgebied van de provincie Limburg van het bisdom Luik werd afgescheiden. Sindsdien heeft Hasselt ook een kathedraal.
Uit: Op weg met Sint-Quintinus, in kijk(er) op hasselt 750 jaar stad (1982), z.p.