You are here
Description
In de 16de en de 17de eeuw was deze woning een munthuis. Op de gebrandschilderde ramen waren de familiewapens afgebeeld van de voornaamste munters, die in het lange proces waren verwikkeld, dat bij de beschrijving van De Munt aan de Demerstraat ter sprake komt. Jammer genoeg zijn de glasramen tegen een spotprijs aan liefhebbers verkocht. Slechts twee ramen zijn in Hasselt gebleven: een bij de ouders van Dr. Constant Bamps, het andere bij Jozef Verbelen-Istaz. Het eerste draagt het opschrift: Henrick Munters Geerdensoen, provost van de munt van S.D.H. Prince van Luyck en Elisabeth Bamps syne huysvrouw 1643; het andere vermeldt: Nicolaus Sigers monetaûs se mi principis Leodien et Maria Valetyns conjuges 1651, en berust thans in het stadsmuseum (nvdr: nu in Het Stadsmus).
Bij het begin van de 17de eeuw behoorde Het Wynvat toe aan David Neven, wiens familiewapen boven de koetspoort van het oude Wynvat prijkte. Christina Neven, dochter van David en weduwe van Guilliam Bruysterbosch uit Maastricht, trouwde in 1690 in tweede huwelijk met Adam Stellingwerff uit Hasselt. Aldus was Het Wynvat vanaf 1693 tot 1725 de eigendom en woning van deze geboren en getogen Hasselaar. Het huis had toen langs de oostkant een uitrit naar de Maastrichterstraat. Joês Stellingwerff, burgemeester in 1730-1731, erfde het van zijn vader en verbouwde het in 1756. Maria Stellingwerff, dochter van Guilliam en Anne-Marie Pelsers, overleed er in 1865.
Vervolgens trad de veearts Vaes, die Den Pruymeboom aan de Maastrichterstraat als eigenaar bewoonde, in het bezit van Het Wynvat. Zijn schoonzoon Edgard Tits erfde het en verliet De Pyp aan de Kapelstraat, om zijn nieuwe woning te betrekken, die hij in 1896 in prachtige Vlaamse stijl verbouwde. Bij die verbouwingswerken groeven de werklieden een partij kostbare juwelen op, die zij in het geniep aan juwelier Schamberger (Hoogstraat) verkochten. Met een mooie winst liet die ze over aan Dr. Constant Bamps. Zonder vermelding van afkomst staan die juwelen afgebeeld en uitvoerig beschreven in L'Ancien Pays de Looz (1896), p. 61. Volgens de oudheidkundige Alfred Bequet stammen zij wellicht uit de tweede helft van de 8ste eeuw of uit het Karolingisch tijdvak.
In Het Wynvat bevond zich eertijds eveneens een steen uit 1647 - thans ondergebracht in het Begijnhof (nvdr: nu in Het Stadsmus) - waarop de wapens van de families Neven, Cannarts en Caproens gebeiteld staan. Cannarts was een van de voorname Hasseltse munters; vermoedelijk waren Neven en Caproens dat ook.
Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 113.
Fiche
- begin 17de eeuw: David Neven
- vanaf 1693: Adam Stellingwerff, vervolgens de erfgenamen w.o. Maria Stellingwerff, dochter van Willem I Stellingwerff en Anne-Marie Pelsers, overleed er in 1865.
- (1865): veearts Theodorus Nicolaus Joseph Vaes (Hasselt 1818-1895) X Hasselt 1848 Maria Agnes Catharina Nolens (Hasselt 1824-1856) - via erfenis naar
- vanaf 1896: handelaar in tabak en olie, verzekeringsagent Edgard Maurus Napoleon Tits (Hasselt 1849-1927) X Hasselt 1872 Barbara Guilielmina Catharina Carolina Vaes (Hasselt 1850-1931), dochter voorgaande
- munthuis
- woonhuis
- WOII: 'Soldatenheim' van de Duitsers
gesloopt
- toevoeging van Het Kleyn Wynvat