Dit gebouw lag tussen Den Nieuwen Ploeg en de Gulden Spoor, de stokerij van Joês Hussen. Met de achterzijde paalde het aan de moestuin van advocaat Meugens aan de Pertsdemer.

In de 16de eeuw behoorde het toe aan Peter Noelmans, wiens kinderen het in 1601 aan Peter Roelants verkochten. Jan Oyen en lakenmaker Jan Gielkens waren buren van deze laatste. In 1640 verkocht Peter Roelants, de zoon van Peter, het voor 65 gulden jaarlijks aan Gerard Houwen-Prijs. Deze eigenaar liet het in 1659 over aan Ida Morren, de weduwe van Jan van Leeuw. Hun beider zoon, Hendrik van Leeuw, licentiaat in de beide rechten en advocaat bij het geestelijk hof van Luik, verkocht in 1671 Het Yseren Manneken voor 324 gulden en lasten aan Cornelis van Weddingen, die het enkele maanden later overliet aan Herman Haemaekers.

In 1723 was het de eigendom van Gilis van Nassau-Bloesen. Ingevolge zijn nalatigheid in het betalen van de verschuldigde renten werd hem het pand ontnomen door Stockx, secretaris van de Hoge Justitie van Hasselt. Op 20 oktober 1778 werd het voor 2400 gulden verkocht aan advocaat Jan-Gerald Stellingwerff, van wie het overging naar zijn dochter Ida. Na deze kwam het in handen van Nikolaas Hechtermans, die het op zijn beurt op 22 november 1789 aan de Wittenonnen verkocht.

In het laatste kwart van de 19de eeuw werd de woning verbouwd en kreeg zij de minder geslaagde kennaam Wellekom. Jan Vandereycken hield in de Wellekom een sigarenwinkel, nadat zijn schoonmoeder, de weduwe Theunissen uit de Demerstraat, het huis van de bankbediende August Cuyckx uit Brussel had gekocht.

Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 73.