Voor en na de eerste wereldoorlog was dit pand bewoond door de winkelierster G. Sarlée-Passepont en haar dochters.

In 1726 behoorde dit huis toe aan Lambert Marckelbach. In 1778 was het de eigendom en de woning van Jacobus Verstraeten-Slegers, vader van rector Daniël Verstraeten. De waarde van het pand, waarbij een tuin van een roede groot met een uitgang op de Beek hoorde, werd in die tijd op 5000 F geschat.

In de 16de eeuw woonde er kapitein jonker Lenart Bentinck. Uit strategische overwegingen adviseerde hij de stadsraad op 10 februari 1577 de Sint-Corneliuskapela aan de Trichterbaan en de Willekensmolenstraat af te breken. Op zijn advies werd evenwel niet ingegaan.

In de tweede helft van de 19de eeuw werd het bewoond door de ongehuwde broers Hubertus en Joannes Smeets, die er een slagerij hielden.

Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 109.