De volgende woningen (nvdr: vanaf De Reyger) tot aan het hoekhuis (nvdr: De Blauwe Hondt) staan in de gichtregisters slechts opgetekend onder de namen van de eigenaars.

Het eerste behoorde in de 17de eeuw toe aan Peter Van Hasselt; het andere was in 1678 van Gaspar en Hendrik Jordens. Honderd jaar later behoorde dit huis toe aan Maria Ketelbueters.

In de 19de eeuw woonden in die huizen de zadelmaker Steegmans, de slager Adam Lievesoons-Grosemans en de slotenmaker Frederik (nvdr: Godfried) Willem Grauls. Diens dochter was directrice van de normaalschool in de eerste en moeilijke jaren van het bestaan van deze onderwijsinrichting. Later kwam het bestuur van de instelling in handen van de blauwzusters (nvdr: = zusters Kindsheid Jesu), die deze huizen bij het weeshuis voegden.

Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 100.