You are here
Description
Dit pand heeft heel wat namen gehad. In de 15de eeuw heette het Den Ingel. Dat werd Den Engel, toen zijn naamgenoot aan de Grote Markt tot De Dry Pelgrims werd omgedoopt. De Witte Engel was de recentste benaming.
In 1629 verkocht Andries Hermans Den Ingel, voor 70 gulden jaarlijks (een bedrag dat overeenstemt met een kapitaal van 2000 gulden) aan Simon van Hilst. Mechtel Sigers, weduwe van Jan Van den Berghe, bezat het huis in 1669, Tilman Oppuyns in 1677 en Marie-Anne Jamar in 1727. In 1739 was het huis onbewoonbaar, want gichtregister 266 deelt ons op folio 177 mee: het saisyn tegen het desolaet en geabandoneert huys den witten engel verkregen door de relicta van Herman Van der straeten in 1739. Het werd weer opgebouwd en kreeg er de paardenstal van De Wildeman bij.
Frans Palmeire en na hem A. Van Lishout baatten er een hoedenwinkel in uit.
Uit: Hasselt intra muros (1989) p. 129.
Het belendende pand Sint-Job werd bij De Witte Engel gevoegd.
Fiche
- tot 1959: Antoon Van Lishout (+1980) X Hubertine Van Moll (+1981) - verkopen aan
- 1959: Aimé Grutman X Julie Missotten
woonhuis / handelshuis
- hoedenwinkel Frans Palmeire
- tot 1959: (+ nr. 6) hoedenwinkel Antoon Van Lishout (3, 4)
gesloopt voor bouw Koning Albertstraat 2-4-6, geopend in 1962
- gesloten bebouwing