You are here
Description
Deze woningen tussen De Gekroonde Swaen en De Reyger zijn thans ten dele opgenomen in de nieuwbouw van de Zusters der Kindsheid Jesu.
Het eerste pand had een grote diepte. In de 18de eeuw was het de eigendom en de woning van landbouwer Jan Van Can. Anno 1910 stierf melkboer Dierik Jordens er kinderloos. Het huis liet hij over aan zijn nichtjes.
Het volgende huis was de eigendom van handelaar Thys uit de Boomgaardstraat, wiens woning de Wellecom met de tuin hieraan paalde. In het begin van de 20ste eeuw behoorde het toe aan Victor Stellingwerff-Thys.
Het huis van de familie Stappers werd in 1891 door de stadssecretaris weer opgebouwd en in twee woningen verdeeld. Een tiental jaren later werden deze woningen verkocht aan de Zusters Kindsheid Jesu, die ze in hun instelling opnamen. Naast deze huizen lag de ingang van de bewaarschool van de Zusters. Daar sloot een lange, blinde muur op aan, waarachter de veestallen en het washuis van het instituut stonden. Op die plaats lagen tot in 1705 het Posthuys en De Posthof, die op 26 december van dat jaar afbrandde.
Daarnaast stonden drie huisjes, waarvan een de mooiklinkende naam Het Herderinneke (7) droeg. Dit pand wordt van 1726 af als woonhuis vermeld. Het lag naast de tuin van Gilis Hermans en de schuur van Adriaan Copal aan de Aldestraat. Het Herderinneke lag naast het Posthuys en behoorde toe aan burgemeester Lambert Jaupen. Op 19 januari 1762 werd het, samen met een ander huisje en een moestuin voor 25 gulden jaarlijks door oud-burgemeester Gerard Wagemans aan Petrus Kellens verkocht. In het begin van onze eeuw werd het door de muziekleraar Alfons Roels opnieuw opgetimmerd. De Posthof, een tuin van vier roeden, gelegen op 't gebrand, werd op 20 november 1780 door de schepen Nikolaas Duys voor 150 gulden verkocht aan advocaat Engelbert Meugens; aan de tuin grensden de woningen van de weduwe van de genoemde Kellens en van Peter Nysten aan de straatkant en aan de achterkant het meisjesweeshuis. De desolaete plaetse van de afgebrande huizen werd eigendom van het weeshuis.
Naast de huizen van A. Roels ligt het huis van Pauline Corthouts, weduwe van Lodewijk Knaepen. Thans is dit huis een herberg. In de 19de eeuw stond het reeds beschreven als een modern gebouw, dat in 1870 door slager Smeets werd bewoond. In de eeuwen daarvoor stonden op die plaats de stal en de schuur van het volgende pand, De Reyger.
Uit: Hasselt intra muros (1989), pp. 99-100.