You are here
Description
In de 16de eeuw raakte De Gulden Arent met de achteruitgang, die uitkwam op de Kolfsteeg, aan de achtergebouwen van De Witte Valck en Den Wan aan de Hoogstraat.
Rond het einde van de 17de eeuw was het in het bezit van Jan Clercx, in 1715 van Peter Roelants-Pleugmakers en in 1737 van Antoon Gielen.
In de tweede helft van de 19de eeuw was het een herberg. Daarna werd het omgebouwd tot de porseleinwinkel van veearts Jan-Hendrik Maris-Ploum, later van Victor Goemans.
Toen het huis nog een herberg was, gebeurde er iets dat een jonge vrouw het leven kostte. Een half dozijn stamgasten waren onder het drinken van een pint Diesters aan het redekavelen over spoken. De meid, een struise deerne, lachte boudweg met de heksen en spoken, die door de Franse Republiek definitief uit de wereld waren verbannen. Een van de jongste gasten riep haar uitdagend toe: "Gij durft toch op middernachtelijk uur in het Heyligen Huysken achter het kerkkoor geen beentje gaan halen, want dan snapt u Kip-Kap-Kenis". De meid snoefde dat ze dat wel zou durven, waarna voor een pint bier werd gewed dat zij na klokslag twaalf het proefstuk zou wagen. Zij had evenwel niet opgemerkt dat een lid van het gezelschap de gelagzaal in het geniep had verlaten om zich in het Heyligen Huysken achter een hoop beenderen te verschuilen. Het meisje begaf zich naar de afgesproken plek en raapte een been op. "Laat dat liggen, het is van mijn moeder zaliger", klonk het vanachter de stapel knekels. De meid raapte een knook op. "Dat is van mijn vader zaliger", klonk het nog luider. "Of het nu van uw vader of van uw grootvader is, ik neem het mee", hield de dienstmeid onverschrokken vol. Ze zette het op een lopen en wierp even later het bewijs van haar onverschrokkenheid voor de verblufte herberggasten van Den Gulden Arent op tafel. Nu had de jonge vrouw weliswaar die weddenschap gewonnen, zo verhaalt de historie, maar een week later werd zij zelf naar het graf gedragen!
De Dry Mooren, De Gulden Arent en Den Engel zijn thans verdwenen. Op de plaats waar deze drie panden hebben gestaan, werd het warenhuis Grand Bazar opgebouwd.
Uit: Hasselt intra muros, p. 202.
Fiche
- ca. einde 17de eeuw: Jan Clercx
- 1715: Peter Roelants-Pleugmakers
- 1737: Antoon Gielen
- 2de helft 19de eeuw: ?
- (?): Jan-Hendrik Maris-Ploum, veearts
- (?): Victor Goemans
- (?): Victor Goemans
- jaren 1940-50: Joseph Goemans
- woonhuis / handelshuis
- herberg
- porseleinwinkel
- na sloping ingenomen door pand Grand Bazar