You are here
Description
De Roeye Deur, ook genaamd De Roode Deure, was tijdens het laatste kwart van de 18de eeuw in het bezit van advocaat Frederik Cox, echtgenoot van Margriet Van den Dweye, secretaris van het Oppergerecht van het graafschap Loon. Het stond tussen Den Guldenberch en het huis van Guilliam Buntinx.
Het werd op op 24 februari 1781 voor 900 gulden en de lasten door Johanna Kerckhof, weduwe van Peter Massing, aan Robert Swennen verkocht. Massing zelf had het huis op 19 november 1766 voor dezelfde som van bovengenoemde advocaat Cox gekocht. Langsachter raakte dit huis Het Posthuys van de Maastrichterstraat.
Hetzelfde huis werd als Roode Poort op 15 mei 1866 door de weduwe Pieter Driesen verkocht, zoals wij lezen in een aankondiging in De Onafhankelijke. De term 'poort' in plaats van 'deur' is voorzeker een vergissing geweest, want De Roode Poort was de naam van een woning aan de Schrijnwerkersstraat en van een pand aan de Willekensmolenstraat.
Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 263
Fiche
- 18de eeuw: advocaat Frederik-Renier Cox - verkoopt aan
- 1766: Peter Massing
- (?): Johanna Kerckhof, weduwe voorgaande - verkoopt aan
- 1781: Robert Swennen
- (?): Pieter Driesen
- (?): weduwe voorgaande - verkoopt
- 1866
woonhuis
gesloopt