Dit huisje, dat vóór de eerste wereldoorlog door slager Arnold Brauns werd bewoond, was daarvoor de eigendom van de augustijnen. Het werd samen met het klooster, als domeingoed verkocht.

Men vertelt dat het huisje na die verkoop voor één Franse kroon jaarlijks werd aangeboden aan Cornelia Thys, een gegoede en zeer kristelijke vrouw en een bloedverwante van de laatste begijn, Roza Van den Houdt (nvdr: Rose Marguerite Vandenhoudt (Hasselt 1809-1886)). Vrouw Thys zou op het aanbod geantwoord hebben: Houd uw zwart goed maar, ik houd mijn goudgele kroon. Niet lang daarna werd het huis voor 300 F kapitaal aangeboden. Dat bedrag kwam overeen met een kroon jaarlijks of 5,80 F.

Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 167.