You are here
Description
Wideux, Schoonwinkel en Ten Hove lagen gespreid over drie heerlijkheden. Schoonwinkel en Ten Hove verkozen samen ieder jaar een burgemeester. Wideux was bovendien opgesplitst in twee kwartieren, Roost en Oosterbeek, die elk apart over een burgemeester beschikten. Zoals elders in het Land van Luik bestond er ook in Herk een strikt onderscheid tussen de rechterlijke macht en de bestuurlijke macht, uitgeoefend door de magistraat.
De burgemeester moest zijn gemeente besturen en de belangen ervan verdedigen, zo nodig zelfs tegen de heer of tegen de schout. Indien er meerdere kandidaten waren voor het ambt van burgemeester, dan werd de gegadigde door het lot aangewezen. Zijn verkiezing vond plaats naar aanleiding van het jaarding. Dit was de samenkomst van alle inwoners, waar de notulen van de schepenbank voorgelezen werden en waar elke ingezetene spreekrecht had. In latere tijden wees de landsheer gewoon de kandidaat van zijn voorkeur aan. Een burgemeester was er toe gehouden de eed van getrouwheid aan de instellingen van zijn gemeente af te leggen. Hij waakte over de traditionele rechten of privilegies van zijn ingezetenen en bracht hen tijdens het jaarding op de hoogte van de genomen of te nemen beslissingen. Hij was verantwoordelijk voor een evenredige verdeling van de gemeentelasten en moest toezicht houden op het onderhoud van de openbare wegen. Het behoorde eveneens tot zijn opdracht te waken over een ordelijk verloop van de inkwartiering van vreemde troepen op doortocht. In geval van financieel wanbeleid of van laakbare praktijken werd hij hiervoor hoofdelijk verantwoordelijk gesteld.
In ieder van de drie heerlijkheden berustte de rechtspraak in handen van een schout en zeven schepenen, aangesteld door de heer. De schepenen werden aangesteld op voordracht van de schout. Schepenen waren gewone burgers die meestal over geen enkele juridische kennis beschikten. Zij werden voor het leven benoemd. Elke lokale schepenbank was bevoegd vonnissen uit te spreken op het gebied van burgerlijke materies binnen haar ressort. Zij werden hiertoe gemaand door de schout, die hen verzocht een oordeel te vellen. De schout bracht zelf geen stem uit bij het vonnis. Hij vervulde veeleer de rol van openbaar aanklager en stelde een vordering in tegen de overtreders. In criminele aangelegenheden moest de schepenbank van Sint-Lambrechts-Herk eerst "recharge" (advies) vragen bij de schepenbank van Luik die uit juristen bestond. Het oordeel van deze laatste was bindend voor de plaatselijke schepenen. Onafhankelijk van de schepenbank was de drossaard de hogere gerechtsofficier die optrad tegen de verdachten van misdaden en instond voor de uitvoering van de lijfstraf. Naast hun taak als rechters in strafzaken en in civiele zaken beslechtten de plaatselijke schepenen overeenkomsten afgesloten tussen bewoners van hun rechtsgebied of akten bekrachtigd voor een andere schepenbank, een leenhof of een laathof. In dat opzicht vervulden zij een notariële functie.
Op burgerlijk vlak hielden zij toezicht op de verkiezing van de burgemeester en controleerden zij het beheer van de gemeentefinancies. Het schrijfwerk en het archief werden bijgehouden door een secretaris die vast verbonden was aan de bank. Ieder schepencollege beschikte over een gerechtsbode, gelast met de dagvaarding van verdachten en getuigen. Ook de beslaglegging van goederen behoorde tot zijn opdracht. Naast de schepenbanken telde Sint-Lambrechts-Herk ook laathoven en cijnshoven, voorgezeten door een meier die bijgestaan werd door zeven laten. Zij regelden de transacties van immobiliën die aan pachters via cijns of belening in vruchtgebruik gegeven waren.
Uit: Sint-Lambrechts-Herk / Warm aanbevolen, pp. 25-26.