* 1967: "Maurice Trippas (39) hebben wij uit zijn beslommeringen als ambtenaar van het Ministerie van Financiën even weggehaald en hem gepraamd om voor ons bijgevoegd kortverhaal (nvdr: ‘Van een grimmige winter’) te schrijven. Hij deed het eerst niet graag omdat hij zijn literaire pen al jaren weggeborgen heeft. Waarom? Dat weet hij ook niet. Misschien wel omdat de gebeurtenissen in Kongo in '60 aan zijn leven een andere wending gegeven hebben. Als afgestudeerde van het Hoger Instituut voor Bestuurs- en Handelswetenschappen te Elsene-Brussel vertrok deze geboren Hasselaar in 1955 naar Kongo en verleende daar als dichter en criticus zijn medewerking aan de tijdschriften «Band» en «Zuiderkruis». Hij lag aan de grond van de nieuwe opvattingen over Vlaams-Afrikaanse letterkunde: «Niet langer schrijver over Afrika, maar vanuit Afrika. Hij verbleef achtereenvolgens te Leopoldstad, Kikwit en Ellsabethstad en doorreisde het grootste gedeelte van onze voormalige kolonie terwijl hij in de Vlaamse taal... mooie Kongolese gedichten schreef. Zij werden gebundeld in «Geschonden Heelal». Voordien verschenen van hem nog twee dichtbundels: «De tralies van de droom» (1951) en «De zang van Phaoon» (1955). Na de gebeurtenissen in 1960 keerde hij via Zuid-Afrika naar ons land weer. Sindsdien heeft hij bij ons weten de pen voor letterkundig werk niet meer opgenomen." (1)

* 1976: "De Mathias Kempprijs voor poëzie 1975 werd toegekend aan Luc Benats (Spouwen) en Maurice Trippas (Hasselt). De prijs zal op zondag 15 februari te 10u30 in het auditorium van het provinciaal Begijnhof te Hasselt worden uitgereikt tijdens een akademische zitting." (2)

* 1982: "(…) Wanneer ik minder te vertellen heb, schrijf ik kolder of humoristische dingetjes (marsepeintjes) onder pseudoniem «Jantje Marsepein». (…)" (3)