Herman van der Ryst werd geboren in Diest na 1577 als zoon van Herman en Isabella Vuskens. Hij studeerde theologie in Leuven. In 1611 werd hij pastoor van het Hasseltse begijnhof. Hij oefende deze functie uit tot aan zijn overlijden in 1625.

Herman jr. bekommerde zich om het lot van zijn stadsgenoten. Hoewel hij doodziek was, bleef hij tijdens de laatste jaren van zijn leven denken aan de besmettelijke ziekten die de stad teisterden. Hij herinnerde zich daarbij hoe Leuvense kloosterlingen zieken bijstonden en verzorgden. Herman wilde dat ook in Hasselt verwezenlijken. In zijn testament - opgesteld voor notaris Laurens Caproens - twee dagen voor zijn overlijden werd een jaarlijkse rente voorzien aan kloosterzusters die naar Hasselt zouden komen om er tegen een goede vergoeding de zieken te verzorgen. Dat deze kloosterzusters uit Diest zouden komen lag voor de hand. Zijn nicht Elisabeth Strens was trouwens geprofest in het Diestse grauwzusterklooster. Het grauwzustersklooster in Hasselt was een feit.

Herman van der Ryst jr. overleed in Hasselt in 1625 en werd begraven onder het koor van de inmiddels verdwenen begijnhofkerk. Zijn grafsteen wordt nu bewaard in Het Stadsmus. Hij werd als begijnhofpastoor opgevolgd door Jan Fredericx alias Frederici (1595-1654).