You are here
Description
In de eerste helft van de twintigste eeuw werd op het Herbroek kermis gevierd op de tweede zondag van de maand oktober. De mensen van het gehucht verzamelden dan in de plaatselijke herbergen om er te dansen, te kegelen, een kaartje te draaien en vooral enkele stevige pinten achter hun kraag te gieten. De kegelbaan werd drukker bezocht dan op de gewone dagen. De kinderen konden hun hartje ophalen aan de zwikken en de schommels en aan een draaimolen die ze met eigen hand moesten voortbewegen. De zondagnamiddag gingen de sportfanaten naar de traditionele wielerwedstrijd die betwist werd door enkele geharde wielerfanaten uit de omgeving of naar de voetbalmatch die uitgevochten werd door de veteranen. Doch stilaan kwam er slijt op dit jaarlijks terugkerend volksfeest.
Vanaf 1958 werd er door een feestcomité nieuw leven ingeblazen aan dit kermisgebeuren. Directe aanleiding hiertoe was de afbraak van de oude Sint-Rochuskapel. Met gebundelde krachten werd het jaar daarop aan de bouw van een nieuwe kapel begonnen tegenover de plaats van de vroegere kapel. De vroede vaderen van het gehucht besloten voortaan de jaarlijkse kermis te verplaatsen naar de zondag volgend op het feest van de heilige Rochus (16 augustus). Onder het embleem van de "Vrolijke Oogstfeesten" werd er dan drie dagen lang feest gevierd. De festiviteiten werden ingezet op de zaterdagavond met een openingsconcert door de Koninklijke Harmonie Sint-Catharina van Kortessem.
De maandag daarop was voorbehouden aan allerhande ontspanningsevenementen: poppenspel, turndemonstraties, judo- en ruitertornooi. Het jonge volkje kon zich intussen uitleven in de kermisattracties: eendjes vissen, de paardenmolen, de schietkraam, het loterijspel en het honkvaste frietkot. In de feesttent was iedere avond muzikaal amusement verzekerd en konden de kermisgangers hun beste beentjes voorzetten op de dansvloer.
Vandaag behoort de Herbroekkermis helaas tot het verleden. De mens van de eenentwintigste eeuw beleeft zijn vrije tijd met ontspanningsvormen die het gemeenschapsleven een heel andere invulling geven dan voorheen.
Uit: Wimmertingen / Warm aanbevolen (2009), pp. 68-70.