You are here
Description
De minderbroederkerk, in de volksmond bekend als de 'paterkeskerk' is wellicht het meest gekende 'monument' van Hasselt.
Van heinde en verre komen mensen immers naar de Minderbroedersstraat afgezakt om er bij de graftombe van Valentinus Paquay, 'Het Heilig Paterke', een gunst af te smeken. Dat is tegelijk dan ook de voornaamste verdienste van het gebouw, want architecturaal is dit beslist geen hoogvlieger.
De kerk is een eerder sober éénbeukige barokbouw. Rond 1645 is gestart met de bouwwerken aan de kerk, twee jaar nadat de minderbroeders de toelating kregen om in Hasselt een klooster op te richten. Uit alle verhalen blijkt dat minderbroeder Nicolaas Ray wellicht de bouwwerken leidde als architect, terwijl minderbroeder-hulpbisschop Blavier de kerk in 1655 kwam inwijden.
De arduinen ingangspoort met driehoekig fronton heeft, al dan niet gewild, wel wat wijzigingen ondergaan in de 18de eeuw. In dat fronton waren immers de wapens gebeiteld van de baron en de barones van Vogelsang, weldoeners van het klooster. De Franse bezetters kapten die wapens er ruwweg af en die averij werd nooit hersteld. Einde 18de eeuw werden de paters verdreven door de Franse bezetters en werd het hele meubilair inclusief kerkklokken verkocht. Gedurende de 19de eeuw werd de kerk verder gebruikt als militaire opslagplaats en als schuur en paardenstal.
De minderbroeders zelf keerden in 1846 terug naar de stad, waar ze de Onze-Lieve-Vrouwkerk bedienden. Toch konden ze pas in 1898 hun vroegere kloostergebouwen en de kerk terugkopen. Haast onmiddellijk werd de kerk gerestaureerd. Op aangeven van pater Valentinus Paquay werd ze toegewijd aan het Heilig Hart van Jezus. Pater Paquay overleed zelf in 1905 na een meer dan 50-jarig verblijf in de orde. Twintig jaar na zijn overlijden bouwde men, pal naast de kerk, de grafkapel van Valentinus paquay, die in de volksmond van de Hasselaren snel 'Het Heilig Paterke' werd. Zijn stoffelijk overschot werd er bijgezet in 1926 en kreeg een monumentale graftombe aangemeten door kunstenaar Holemans.
Het leven van pater Valentinus is de Hasselaren in die mate blijven boeien, dat een comité inmiddels er voor gezorgd heeft dat de paus pater Valentinus in 2003 zalig verklaard heeft.
Fiche
- minderbroeders
bedehuis
bedehuis
1975 - Eénbeukige kerk in barokstijl, tien traveeën met driezijdige sluiting. Klokkeruitertje met ingesnoerde naaldspits boven de vijfde travee. Bakstenen gebouw op een kalkstenen sokkel. Zadeldak (kunstleien). Sobere Z.W.-klokgevel met rondboogpoort in een monumentale, hardstenen omlijsting (XVIII-aanpassing van een barok portaal): geblokte, rechthoekige omlijsting, met gesculpteerde sluitsteen; flankerende Toscaanse halfzuilen met hoge sokkels, die een entablement dragen waarboven een driehoekig fronton, met een cartouche omgeven door rankwerk als timpaanvulling; aan weerszij van het fronton, vleugelstukken met spiraalvormige profilering, en erboven een gevelsteen waarin zich tot de Franse tijd de wapens van baron van Inhausen en Kniphausen, heer van Vogelsanck, en van zijn echtgenote bevonden. Voorts twee natuurstenen rondboognissen met trapezoïdale sluitsteen en een geprofileerde druiplijst die het beloop volgt; de beelden van St.-Antonius en St.-Franciscus werden in 1899 in de nissen geplaatst. De gevel is afgelijnd door een entablement met geprofileerde, mergelstenen druiplijsten, waarboven zich de ingezwenkte geveltop bevindt, afgewerkt met een geprofileerde mergelstenen lijst, onderaan eindigend op spiralen; mergelstenen banden en een dito, rechthoekig venstertje met volutesluitsteen en een geriemd profiel met oren en neuten. Gevelbekroning d.m.v. een driehoekig fronton waarboven een hardstenen kruis. N.W.-gevel voorzien van steunberen met drie versnijdingen tussen de traveeën; brede, bakstenen rondboogvensters met hardstenen lekdrempel. De vensters der Z.O.-gevel werden bij verhoging der N.W.-vleugel van het kloostercomplex op drie na alle gedicht. (2)
1975 - Volledig bepleisterd interieur met een gedrukt tongewelf, afgelijnd door een omlopende, geprofileerde kroonlijst, en voorzien van brede gordelbogen op kraagstenen; halve koepel op brede ribben boven de koorsluiting. Het gewelf is voorzien van fraai, barok stucwerk. Tegen de gedichte ramen, zeven schilderijen van L. Asperslagh (1947). Beeld van O.-L.-Vrouw-van-Zeven-Weeën, gepolychromeerd hout (XVI-begin XVII). Hoofdaltaar van marmer en hout (begin XVIII), in 1900 overgebracht uit de St.-Pieterskerk te Leuven. Neoclassicistische biechtstoelen (begin XX); orgel van 1903, gebouwd in de oude orgelkast van het begijnhof van Tongeren. (3) // 2005 - In 1903 bouwde Jos Stevens uit Duffel een nieuw orgel in de oude orgelkast, afkomstig uit de Begijnhofkerk van Tongeren. Zoals beschreven in de inleidende Hasseltse orgelgeschiedenis werd het orgel dat Andries Severijn in 1638 in het Begijnhof van Tongeren bouwde in het jaar 1803 verkocht aan de Sint-Trudokerk van Helchteren. De orgelkast die zich thans in de Minderbroederkerk van Hasselt bevindt behoorde zeer waarschijnlijk bij het instrument dat het Severijn-orgel in de Begijnhofkerk van Tongeren opvolgde. Het werd er in 1826 geplaatst door de Luikse orgelmaker Arnold I Graindorge tegen de prijs van 1.508 Brabantse florijn en 17 stuiver. Hierover schreef Graindorge op 20 mei 1826 onder meer het volgende in zijn rekeningenboek: Reçu . . . pour le placement de lorgue du Beguinage . . . Deze bewoordingen, en het feit dat de te Hasselt nog bewaarde orgelkast 18de-eeuws is, wekken het vermoeden dat het instrument dat Graindorge in Tongeren monteerde minstens gedeeltelijk van oudere datum moet geweest zijn. Hoe hij in het bezit hiervan gekomen was is niet bekend. Nadat dus Jos Stevens in 1903 te Hasselt een nieuw orgel had vervaardigd in de oude kast, werd het in 1952 ingrijpend verbouwd door Hubert Van de Loo uit Leuven. (5)
- eenbeukige kerk
- gesloten bebouwing
- perceelgrootte (incl. Minderbroedersstraat 15-17, 21, 23 en Isabellastraat 21): 4455 m2 + 2257 m2 (tuin)