Dit huis kreeg zijn naam naar de Vuylbeek.

Het aloude gebouw De Vuylbeke was in de 15de en de 16de eeuw een hofstede en in de volgende twee eeuwen een brouwerij. Tot 1843 ten slotte was het een branderij.

De brouwerij werd in het eerste kwart van de 17de eeuw uitgebaat door Robert Spiegeleers, die in 1629 stierf. Zijn drie dochters en zijn zoon Lucas verkochten hun huys, schuer, stellingen, boomgaert en metten, cleynen stall, hoff en toehoerten geleghen opteynde vander Joedenstraet inden hoyck nae den schuttershoff, tenderende nae de Ridderstraet, regenoeten mit ter teyt Aert Schoepen ter eender, Herman Poulus mandenmaecker ter ander ende der stadt wal nae den thoren genaempt den Slicksteen ter derden zijden voor 40 gulden jaarlijks aan Aert Schoepen. Toen was het een huis van leem en hout. Het werd later van steen verbouwd en aan de linkergevel aan de Ridderstraat werd er een huisje aan toegevoegd.

In de 18de eeuw lag hier de brouwerij van Joês Vanderstraeten (nvdr: van der Straeten), wiens zoon Jan (nvdr: kinderen van Jan) ze op 3 september 1783 voor 3200 gulden aan Arnold Lemmens verkocht. Een dochter van deze Lemmens was gehuwd met Egidius Cox, die de brouwerij tot 1792 voortzette. In dat jaar werd het bedrijf tot branderij omgevormd.

In de eerste helft van de 19de eeuw was deze branderij de eigendom van de familie Vinckenbosch (nvdr: Van Vinckenroye)-Goorden. Daarna werd zij omgevormd tot de welbekende herberg met gasthof Hotel Blockmans, dat later door Guilliam Ilsbrouckx-Soors werd uitgebaat.

In het eerste decennium van de 20ste eeuw werd het hotel afgebroken. In de plaats ervan kwam de Nationale Bank.

Uit: Hasselt intra muros (1989), pp. 282-283.