You are here
Description
In 1518 woonde Jan Goetsbloets in dit huis. Een kwart eeuw later heet het De Ingel, De Engel. Het werd in het belendende pand De Wildeman opgenomen, toen dit laatste gasthof in volle bloei was; later werden beide woningen weer gescheiden.
Het uithangbord De Ingel werd door het derde huis aan de oostkant van de Nieuwstraat overgenomen. Toen het gasthof verviel en de samenvoeging van beide panden weer ongedaan was gemaakt, kreeg het huis zijn oude benaming De Dry Pelgrims terug.
De bekende biltsnyder Jacob van den Brouck kocht Den Engel in 1545 van Jacob Gielis voor 15 gulden jaarlijks. Nijs van Millen, rentmeester van het Sint-Petersaltaar van de Sint-Quintinuskerk had er een rente van een half pont hessels op. Aer Wynkelsels, rectoer van St Dignen ende Genoveve altaers int Beghynhoef buten Hasselt, Jan Koexs, canonick van Cortesschem en meester Jan van Hilst hadden er eveneens eenzelfde rente op.
De drie dochters en de zoon van Jacob den biltsnyder verkochten Den Ingel in 1599 voor 8 gulden 15 stuiver per jaar aan Willem Moers, eigenaar en waard van De Wildeman. In 1564 verkocht Moers het huis aan Bernard Kuyten, van wie het in 1573 overging naar Aert Houwen, neef van Rener van den Edelbampt.
In 1669 was het van Kathelijne Menten-Custyns. In 1703 heette de eigenaar van Den Engel Winand Schaberghs. (Het gasthof heette toen weer De Dry Pelgrims). Op 25 augustus 1775 werd De Dry Pelgrims voor 2800 of 70 gulden rente aan 3,5% door priester Janssens aan Guilliam Rombouts verkocht. Die moest de voorgevel binnen het jaar in steen doen optrekken van op de begane grond tot aan de onderste balk. Op 29 februari 1788 verkocht koperslager Guilliam Rombouts De Dry Pelgrims voor 4600 gulden aan Ivo Ulrix, die het pand voor 140 gulden aan Michiel Vliegen verhuurde.
In 1844 was De Dry Pelgrims het koffiehuis van H. Sandbrinck. Enkele jaren later was het de eigendom en de woning van meester-kleermaker Hubert Sauvenier, wiens zoon Hendrik het verkocht aan de Pensioenkas der Vrije Onderwijzers (-eressen) van Limburg, waarvan hij de eerste schatbewaarder werd.
Voor de eerste wereldoorlog was er de sigarenwinkel van Jan Vandereycken in ondergebracht, die in de Wellekom aan de Demerstraat woonde en die een tabakskerverij had aan de Isabellastraat, langs De Pasteye en het oud gasthuis.
Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 32.
Fiche
- 1518: Jan Goetsbloets
- tot 1545: Jacob Gielis
- vanaf 1545: Jacob van den Brouck
- 1564: Bernard Kuyten
- 1573: Arnold Houwen
- 1599: Willem Moers
- 1669: Kathelijne Menten-Custyns
- 1703: Winand Schaberghs
- (?): Janssens, priester - verkoopt aan
- 1775: Willem Rombouts, koperslager - verkoopt aan
- 1788: Ivo Ulrix - verhuurt aan
- (?): Michiel Vliegen
- 1844: Hendrik Sandbrink (Ankum-D 1780-Hasselt 1866) X Hasselt 1825 Joanna Maria Ory (Diepenbeek 1783-Hasselt 1860)
- 1874: koopman, meester-kleermaker Hubert Sauvenier (Maastricht 1826-Hasselt 1897) X Joanna Maria Dymphna Swolfs (Overpelt 1829-Hasselt 1888)
- (?): beambte Centrale Bank van Limburg Hendrik Sauvenier (°Hasselt 1854), zoon voorgaande, X Hasselt 1876 Ida Maria Hermans (°Hasselt 1843) - verkoopt aan
- (?): Pensioenkas van de Vrije Onderwijzers (-eressen) van Limburg
- voor WOI: Jan Vandereycken
- 1923: staatseigendom
woonhuis / handelshuis
- gasthof, herberg
- 1844: koffiehuis Hendrik Sandbrink
- voor WOI: sigarenwinkel Jan Vandereycken
gesloopt