Wapen: doorsneden van keel en van zilver, met over alles heen een roos van zilver met stengel en bladeren van sinopel.

De familie van Vinckenroye ontleent haar naam aan de plaats Venkenrode onder Kortessem. De genealogische berichten die door Jan van Vinckenroye aangetekend werden in zijn goederenregister en die door zijn zoon Maarten aangevuld werden, tonen aan dat de familie van Vinckenroye een voorname plaats bekleedde in het stadsleven in Hasselt en met verscheidene vooraanstaande geslachten verwant was.

Jan van Vinckenroye was waard in 'de Kettinghe' op de Grote Markt in Hasselt, een herberg die zijn echtgenote Maria van der Hauweycken van haar ouders erfde in 1559. Zijn zoon Maarten van Vinckenroye verhuisde naar gasthof 'de Scherpesteen' in de Demerstraat, ook een eigendom van zijn moeder. Maarten werd bouwmeester van de stad Hasselt in 1607. Hij was in Hasselt gedoopt op 13 september 1562 en overleed er op 4 oktober 1620. Uit zijn huwelijk met Magdalena Drossarden, dat op 25 september 1590 ingezegend was, werden zeven kinderen geboren.

De jongste zoon van Maarten van Vinckenroye en Magdalena Drossarden, Jan, gedoopt in 1605, trad in bij de Hasseltse augustijnen. Hij legde zijn geloften af in 1623 en nam de kloosternaam Maarten aan. Zijn oversten zonden hem als missionaris naar Amsterdam en stelden hem in 1643 aan als pastoor van de statie 'Buitenveldert', waar hij in 1671 overleed.

De oudste zoon Gillis, gedoopt in Hasselt op 14 september 1593, volgde zijn vader Maarten op als uitbater van de afspanning 'de Scherpesteen'. Hij ontving in zijn gasthof talrijke belangrijke reizigers, o.a. in 1633 Maria de Medici, weduwe van de Franse koning Hendrik IV, en in 1650 de pauselijke nuntius Fabius Chigi, later paus onder de naam Alexander VII. Hij was tevens eigenaar van 'de Ketel' in de Maastrichterstraat. In 1627 werd Gillis aangesteld tot bouwmeester en in 1636 tot burgemeester van Hasselt, samen met Sebastiaan van Hilst. Aan deze twee burgemeesters droeg pater Mathias Pauli zijn werk Vyf vriendelycke t'samensprekingen tusschen eenen hollandschen minister ende eenen roomschen catholycken (...) op, verschenen bij de drukker Leonard Streel in Luik in 1637. Joost van den Vondel dichtte datzelfde jaar een Zegezanck ter eere van Gillis van Vinckenroye die voor de derde opeenvolgende maal de papegaai afgeschoten had bij de kruisboogschutters en bijgevolg tot keizer van de gilde uitgeroepen was. Van Gillis van Vinckenroye getuigde minderbroeder Vale in zijn vertaling van het Marianum Hasletum, in 1660 uitgegeven, dat hij "een magistraetsman, ende een vande weerdighste der Stadt" was geweest.

Gillis van Vinckenroye overleed in Hasselt op 8 september 1658. Hij was tweemaal in het huwelijk getreden, een eerste maal met Ida van Hilst, weduwe van Willem Vuskens, en vervolgens met Maria Bormans, weduwe van Renier van Millen. Zijn uit de eerste echt geboren dochter Ida trouwde met Jan van Hilst, bouwmeester en burgemeester van Hasselt. Zijn zoon Maarten werd priester en kapelaan in de Sint-Quintinuskerk. Met hem stierf deze Hasseltse tak van de familie van Vinckenroye uit. (JJvO-WC)

Uit: Oog in Oog (2003), pp. 290-291.