You are here
Description
Kuringen ligt in de Demervallei op de overgang tussen Haspengouw en de Kempen. Het is sinds 1977 een deelgemeente van Hasselt.
In 1078 werd het voor het eerst vermeld als 'Curinge'. In het Germaans betekent het zoveel als de "lieden (hof) van Kuri"; afgeleid van een familienaam, dus. Een andere mogelijkheid is dat de naam gevormd werd van "curia" (hof, koninklijk domein) en "ingen" (wat bebouwde velden of weilanden betekent). Kuringen zou dan 'de velden van het hof' kunnen betekenen.
Kuringen lag langs de belangrijke heirbaan die liep van Hasselt naar Diest. Vanaf de 13de eeuw werd het de hoofdplaats van het graafschap Loon. De graven hadden er een militaire burcht die ook dienst deed als verblijfplaats en rechtbank. In 1366 werd het graafschap aan het prinsbisdom Luik toegevoegd. De prins-bisschoppen van Luik verbleven geregeld in Kuringen.
Eeuwenlang was Kuringen een landbouwdorp met tientallen boerderijen in vakwerkbouw. Vanaf 1961 kreeg het steeds meer het uitzicht van een verstedelijkte randgemeente met immigratie van pendelaars die in de regio werkten. De aanleg van het Albertkanaal en de autosnelweg E313 zorgden voor de ontsluiting van het gebied. Kuringen telt nu ongeveer 14.000 inwoners.
Een belangrijk en bekend evenement van Kuringen is de jaarlijkse paardenmarkt. Volgens oude geschriften bestond de markt al in 1240. Nu nog komen elk jaar duizenden belangstellingen half maart naar de Paardenjaarmarkt die achter de kerk van Kuringen doorgaat.
Uit: Wandelen in Kuringen (2006)